Werksessies ‘Afwegingskader inlaat gebiedsvreemd water in natuurgebieden’. 2 West Brabant en Zeeland
Bij droogte staan waterbeheerders en terreinbeheerders vaak voor de keuze: accepteer ik droogte in een natuurgebied, of kies ik ervoor om water in te laten van andere (veelal mindere) kwaliteit? STOWA heeft een afwegingskader laten ontwikkelen dat helpt om hierin een keuze te maken. Tijdens een aantal werksessies in de regio lichten we het instrument toe en gaan we oefenen met het gebruik ervan. Dus: wacht niet tot het droog is, maar ga samen met je gebiedspartners nu al aan de slag! In deze tweede werksessie gaan we dieper in op het gebruik in West Brabant en Zeeland.
Aanmelden
Datum |
|
Locatie |
Rwzi Bath, Gemaalweg 2 Bath |
Tijd |
13.30 - 16.30 uur |
Tags |
Door klimaatverandering krijgen we steeds vaker te maken met perioden van (extreme) droogte, met als gevolg watertekorten voor uiteenlopende gebruikers. Om daar iets aan te doen, laten waterbeheerders in hun gebieden vaak water in vanuit de (grote) rivieren. Voor veel functies volstaat dit. Maar voor natuur geldt daarbovenop dat het aangevoerde of ingelaten water ook van een zekere kwaliteit moet zijn. Zowel droogte als water van een verkeerde kwaliteit kunnen tot langdurige en zelfs onomkeerbare schade leiden. Daardoor staan in tijden van droogte de water- en terreinbeheerders steeds voor de keuze laat ik water in of accepteer ik een verdroogd gebied.
Bij water- en natuurbeheerders was er dan ook behoefte aan een afwegingskader waardoor er vooraf meer duidelijkheid ontstaat onder welke condities inlaat van gebiedsvreemd water acceptabel is en wanneer niet. Maar ook aan betere communicatie vooraf tussen waterbeheerders en natuurbeheerders bij inlaat van gebiedsvreemd water.
Het afwegingskader
Deze vragen hebben geleid tot een praktisch afwegingskader dat water- en terreinbeheerders ondersteunt om te komen tot een keuze voor het wel of niet inlaten van gebiedsvreemd water. Dit kader – een Excel toepassing – kun je via deze link downloaden, evenals het bijgaande rapport met de inhoudelijke onderbouwing voor het afwegingskader. Het kader is ontworpen als een Excel-toepassing en helpt om antwoorden te vinden op de belangrijkste vragen:
- Wat betekent de inlaat van oppervlaktewater voor de natuurkwaliteit?
- Wat zijn de dilemma’s voor het specifieke gebied?
- Welke informatie is nodig om tot een besluit te komen?
- En: is deze info voorhanden op het moment dat de keuze moeten worden gemaakt?
De werksessies
Centraal in alle werksessies staat het leren werken met het afwegingskader en het delen en uitbreiden van kennis over droogte en de inzet van gebiedsvreemd water.
De werksessies worden geleid door ervaren specialisten in het waterdomein. Onder meer door Rosanne Reitsema en Remco van Ek, ecologen bij Witteveen+Bos en ontwikkelaars van het afwegingskader. Om maatwerk te kunnen bieden wordt elk van de vijf werksessies afgestemd op specifieke watersystemen. We organiseren in totaal vijf werksessies in de volgende gebieden:
- Gebieden met zoet veen > Aanmelden
- West Brabant en Zeeland > Aanmelden
- Gebieden met zoete klei > Aanmelden
- Zandgebieden Oost Nederland, met en zonder aanvoermogelijkheid > Aanmelden
- Zandgebieden Zuid Nederland, met en zonder aanvoermogelijkheid > Aanmelden
Breng je eigen casus mee!
Doe mee aan één van de werksessies één van de sessies en breng je eigen casus in, inclusief de benodigde data. Hiervoor wordt in aanloop naar de werksessie een instructie gestuurd.
Voor deelnemers die geen eigen casus in kunnen brengen, bereiden we een generieke casus voor.
Neem je gebiedspartners mee!
De werksessies krijgen de grootste meerwaarde als je de eigen casus kunt bespreken met je gesprekspartners uit de praktijk. Nodig hen dus vooral uit om ook deel te nemen aan de werksessie.
Foto agenda-overzicht: Paul Begijn, Natuurmonumenten