15 maart 2021
Effect van consumentenproducten op waterkwaliteit onduidelijk
Onderzoek naar twintig typen consumentenproducten – waaronder shampoo, vaatwasmiddel, tandpasta en deodorant – maakt duidelijk dat nog lang geen antwoord mogelijk is op de vraag welke stoffen in consumentenproducten een probleem kunnen vormen voor de waterkwaliteit in Nederland. Dit blijkt uit het recent gepubliceerde Deltafact Consumentenproducten.
“Het gaat om een initiële studie, waarin we de nog ontbrekende kennis zichtbaar maken”, zegt Gerlinde Roskam, onderzoeker bij Deltares. “Zo blijkt 80 procent van de stoffen die zijn onderzocht niet te beschikken over een registratienummer, en dat hebben we wel nodig om informatie over stoffen te verzamelen.” Een vervolgstudie waarin een aantal stoffen nog verder wordt onderzocht, moet waterbeheerders meer inzicht verschaffen over de omvang van het probleem.
Het Deltafact Consumentenproducten is een product van het project Ketenverkenner van de Kennisimpuls Waterkwaliteit (KIWK). Onlangs verscheen binnen dit project ook het Deltafact Microplastics, en het Deltafact Biociden wordt binnenkort verwacht. Het doel van de Ketenverkenner is om voor een aantal geselecteerde stofgroepen een aantal aspecten in kaart te brengen, met als uiteindelijk doel om de emissies naar het watermilieu te reduceren.
Lastige groep stoffen
Volgens Thomas ter Laak, onderzoeker bij KWR, vormen consumentenproducten qua begrip een flinke uitdaging. “Chemisch gezien is het geen stofgroep, omdat het chemicaliën omvat met zeer uiteenlopende structuren en eigenschappen. Consumentenproducten vormen nog een grotendeels onontgonnen terrein.” Daarnaast vallen de stoffen niet allemaal onder dezelfde wetgeving. In 2019 heeft Deltares in opdracht van RWS-WVL en op initiatief van de Werkgroep Opkomende Stoffen een studie uitgevoerd naar de stoffen die aanwezig zijn in consumentenproducten, en het Deltafact Consumentenproducten borduurt daarop voort. De eerste opgave was om de te bestuderen consumentenproducten af te bakenen. Hierbij is gekozen voor consumentenproducten die (voornamelijk) via het riool en de afvalwaterzuivering in het oppervlaktewater terechtkomen, waar ze in het oppervlaktewater mogelijk voor schadelijke effecten kunnen zorgen in het ecosysteem. Roskam: “Wash-off is een term uit de hoek van de persoonlijke verzorgingsproducten waarmee producten worden bedoeld die niet op de huid of het haar achterblijven, maar worden afgespoeld. Aan deze categorie hebben we de ‘wash’-producten toegevoegd, waarbij we denken aan producten zoals schoonmaak- en (vaat)wasmiddelen.”
Twintig productgroepen
Uitgangspunt voor de eerdere studie uit 2019 was de Amerikaanse CPDAT (Chemical and Products Database) met ingrediënten van allerlei producten, waar Roskam twintig productgroepen uit selecteerde, zoals shampoo, tandpasta en vaatwasmiddel. Vervolgens werd de samenstelling van 6.054 individuele producten opgehaald. Daarnaast werd uit verschillende bronnen informatie verzameld over het gebruik van die producten door consumenten.
Ontbrekend registratienummer
Al snel bleken de onderzoekers op te lopen tegen een flinke blokkade. “Voor 80 procent van de in totaal 6.384 verschillende stoffen ontbreekt het Chemical Abstract Services registratienummer”, vertelt Roskam. Zonder dit CAS-nummer is het bijvoorbeeld niet mogelijk om geautomatiseerd stofeigenschappen te achterhalen, wat verdere toetsing moeilijk maakt. “Dat maakt de gegevens onvolledig.”
Rekenen met aannames
Nog een andere factor speelt mee in de kennislacunes over consumentenproducten en de effecten daarvan voor de waterkwaliteit, legt Roskam uit. “Nadat ik de lijst met stoffen had afgepeld en bij stoffen met een CAS-nummer was uitgekomen, moest ik ook nog eens met heel veel aannames gaan rekenen. Hoe vaak wordt het product gebruikt? Hoe goed worden de stoffen die erin zitten gezuiverd? In welke concentraties komen de stoffen in het watersysteem terecht? Wat zegt dit over de te verwachten risico’s? Bovendien zijn er stoffen die ook in andere producten worden toegepast, en dan kun je ze dus niet allemaal aan consumentenproducten toeschrijven. Bovendien worden de meeste stoffen nog niet in water gemeten. Het is dus feitelijk onbekend of ze in het watersysteem voorkomen.”
Vervolgstudie nodig voor prioritering
Wat het Deltafact helder maakt, is dat nog lang geen antwoord mogelijk is op de vraag welke stoffen en in het verlengde daarvan welke consumentenproducten een probleem zijn voor de waterkwaliteit in ons land. Om daar achter te komen, is veel meer informatie nodig over gebruiksvolumina, stofeigenschappen en effecten. Roskam: “Er ontbreekt nog zoveel kennis, dat de onzekerheden te groot zijn om uitspraken te kunnen doen over eventuele risico’s.” Ter Laak vult aan: “Voor waterbeheerders betekent dit dat zij zich realiseren dat consumentenproducten een lastige groep stoffen is. Daarom gaan we in een vervolgstudie een aantal stoffen verder uitdiepen door de geschatte milieuconcentraties en de toxicologie beter in kaart te brengen. Door de resultaten van stoffen met elkaar te vergelijken, kunnen we op grond van expert judgement een prioritering maken. Daarin komt te staan welke stofgroepen binnen de consumentenproducten wij als meer of minder risicovol zien voor het milieu. Op deze manier wordt het onderwerp minder ongrijpbaar en kunnen waterbeheerders dit beter in hun beslissingen meenemen.”
De Kennisimpuls Waterkwaliteit
In de Kennisimpuls werken Rijk, provincies, waterschappen, drinkwaterbedrijven en kennisinstituten aan meer inzicht in de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater en de factoren die deze kwaliteit beïnvloeden. Daarmee kunnen waterbeheerders en andere partijen de juiste maatregelen nemen om de waterkwaliteit te verbeteren en de biodiversiteit te vergroten.
In het programma brengen partijen bestaande en nieuwe kennis bijeen, en maken ze deze kennis (beter) toepasbaar voor de praktijk. Hiermee verstevigen ze de basis onder het waterkwaliteitsbeleid. Het programma is gestart in 2018 en duurt vier jaar. Het wordt gefinancierd door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, STOWA, waterschappen, provincies en drinkwaterbedrijven.
Kennisimpuls Waterkwaliteit. Beter weten wat er speelt en wat er kan.