Skip to main content Skip to main nav

16 september 2024

Inventarisatie van (KRW-)maatregelen voor nutriëntenverwijdering in de afvalwaterketen

Onlangs bracht STOWA een (vernieuwde) inventarisatie uit van maatregelen voor nutriëntenverwijdering die waterschappen kunnen nemen in de waterketen. Het betreft met name maatregelen op de rwzi’s. De inventarisatie kunnen de waterschappen gebruiken bij het selecteren van maatregelen om de oppervlaktewaterkwaliteit dichter bij het KRW-doel te brengen.

Rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) hebben een impact op de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater omdat ze hierop effluent lozen. Afhankelijk van de rwzi waarom het gaat, kan de impact op de oppervlaktewaterkwaliteit uiteenlopen van verwaarloosbaar tot allesbepalend. Voor rwzi’s betekent dit concreet dat er op diverse locaties in Nederland verbeteringen nodig zijn op het gebied van stikstof en fosforverwijdering. 

In de inventarisatie van STOWA gaan de opstellers allereerst in op de haalbare kwaliteit vanuit rwzi’s voor de verschillende fracties van stikstof en fosfor. De inventarisatie zelf bevat 25 geïdentificeerde maatregelen om de kwaliteit te verbeteren. Deze maatregelen zijn in te delen in vier categorieën: het aanvoerstelsel, de hoofdzuivering, de deelstroombehandeling en de nabehandeling. Van alle maatregelen zijn aspecten als kosten, CO2 footprint en ruimtebeslag inzichtelijk gemaakt. Daarbij gaan de opstellers in op de optimale volgorde van het toepassen van deze maatregelen (van lage naar hogere kosten, van meest duurzaam naar minder duurzaam). Voor de meest kansrijke maatregelen is per maatregel een factsheet opgesteld waarin relevante informatie over de maatregel is opgenomen. 

Het rapport bevat beslisbomen om per locatie te komen tot (combinaties van) maatregelen die nader kunnen worden onderzocht.  De inventarisatie kunnen waterschappen gebruiken als richtinggevend instrument en kan helpen om een voorselectie te maken bij de te overwegen maatregelen. Daarnaast kan met dit rapport snel een indicatie worden verkregen van kosten en CO2-footprint. Een locatiespecifieke studie naar de te nemen maatregelen per rwzi blijft nodig, aldus de opstellers van het rapport. De opstellers van het rapport adviseren om de mogelijke maatregelen voor stikstof- en fosforverwijdering steeds in samenhang te beschouwen met de eisen die zullen voortkomen uit de herziene Europese richtlijn voor de behandeling van stedelijk afvalwater; met name de toekomstige eisen rondom medicijnrestenverwijdering zijn hierbij relevant. 

Tot slot: er is landelijk behoefte aan antwoord op de vraag wat (juridisch gezien) een doelmatige inspanning is die in de afvalwaterketen mag worden verwacht op het vlak van de nutriëntenverwijdering. De opstellers van de inventarisatie adviseren hiervoor gebruik te maken van de definitie van best beschikbare technieken (BBT/BBT+) voor communale rwzi’s.