19 september 2024
IPMV: er valt iets te kiezen bij verwijdering medicijnresten
In het Innovatieprogramma Microverontreinigingen uit rwzi-afvalwater (IPMV) van STOWA en het ministerie van IenW werden de afgelopen jaren vijftien nieuwe kansrijke (combinaties van) technieken onderzocht om medicijnen en andere microverontreinigingen uit afvalwater te verwijderen. Deze technieken bieden qua verwijderingsrendement, kosten en/of CO2-voetafdruk voordelen ten opzichte van de technieken die nu vaak worden gebruikt. Dat blijkt uit een evaluatie die onlangs werd afgerond.
De nieuwe Europese richtlijn Stedelijk Afvalwater (die naar verwachting dit najaar wordt aangenomen) stelt onder meer dat alle rwzi’s groter dan 150.000 i.e., maar ook kleine rwzi’s die lozen op kwetsbaar water vanaf 2045 minimaal tachtig procent van alle microverontreinigingen uit het afvalwater moeten halen. Dat vraagt om flinke investeringen. Mede in dat licht zijn er vanuit de landelijke Ketenaanpak Medicijnresten initiatieven genomen om de emissie van microverontreinigingen te verminderen. Een onderdeel van deze ketenaanpak was het verbeteren van het zuiveringsrendement van microverontreinigingen op rwzi’s. Het ministerie van IenW en STOWA hebben de afgelopen jaren daarvoor (combinaties van) veelbelovende technieken laten onderzoeken. dat gebeurde in het Innovatieprogramma Microverontreinigingen uit rwzi-afvalwater IPMV.
Geconcludeerd wordt dat de onderzochte technieken vaak voordelen bieden in vergelijking tot de referentietechnieken die nu vooral worden gebruikt: afbraak via ozonisatie en adsorptie via actief kool (PACAS of GAK). Zowel qua verwijderingsrendement, als wat betreft kosten en duurzaamheid. Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van biologische actiefkoolfiltratie (BAKF) waardoor de zogenoemde standtijd van granulair kool (i.c. de tijd dat het actief kool zijn werking behoudt) aanzienlijk verlengd wordt en microverontreinigingen biologisch afgebroken worden. Een ander voorbeeld is de ontwikkeling van nieuwe adsorbentia, zoals cyclodextrines en high-silica zeolieten. Dit als alternatief voor niet-duurzaam actief kool.
Netcapaciteit
De opstellers van het rapport geven aan dat de keuze voor een techniek, of combinaties van technieken, altijd een situatiespecifieke afweging is. Afhankelijk van de kenmerken van de rwzi, de concentraties microverontreinigingen en bromide, beschikbaar budget en duurzaamheidsdoelstellingen moet per rwzi een afweging worden gemaakt voor de optimale oplossing, aldus de opstellers. Ook de beschikbaarheid van een voldoende grote stroomaansluiting en/of voldoende netcapaciteit een belangrijk locatiespecifiek aandachtspunt. Op het moment dat er weinig netcapaciteit beschikbaar is vallen technieken met een hoog stroomverbruik af.
De belangrijkste resultaten zijn samengevat in navolgende tabel. In deze tabel zijn zowel de prestaties van de referentietechnieken als de vijftien onderzochte technieken samengevat. De tabel is ook te vinden in het evaluatierapport.
Tabel. Rendement, CO2-voetafdruk, indicatieve kosten, bijvangst (verwijdert techniek nog andere soorten stoffen, bijvoorbeeld stikstof of fosfaat?) en Technology Readiness level TRL voor een ‘standaard-rwzi’ van 100.000, situatie 2024.