16 november 2020
Lumbricus: niet alleen het wat, ook het hoe
Binnen het kennisprogramma Lumbricus, waar ook STOWA aan deelneemt, is niet alleen aandacht besteed aan de vraag wat we moeten doen om te zorgen voor klimaatrobuuste hogere zandgronden, maar ook aan de vraag hoe je dat met alle betrokken partijen kunt realiseren. Dat gebeurde binnen het thema ‘Goede Governance’. Thematrekker Kris Lulofs vertelt wat dat, met name voor de landbouw, heeft opgeleverd. Lulofs is verbonden aan de UT Twente en werkt als onderzoeker op het snijvlak van governance en duurzaamheid.
Soms denken mensen dat het met de transitie naar meer klimaatadaptief en ‘bodembewust boeren’ zoals Kris Lulofs het noemt, niet erg opschiet. Maar er wordt volgens Lulofs wel degelijk aan gewerkt: “In de provincie Noord-Brabant bijvoorbeeld lopen in dit verband al meer dan tien jaar allerlei programma’s, projecten en activiteiten. Het breder uitrollen van de resultaten blijkt echter lastig. Overheden hebben op dit ogenblik, behalve communicatie en een beetje geld, weinig instrumenten in handen die boeren kunnen verleiden het anders te gaan doen. Er moet voor hen, ook na de transitie, wel wat te verdienen blijven. En dat nieuwe verdienmodel zien ze meestal nog niet voor zich. Bovendien ontbreekt het ze vaak aan mogelijkheden om de daarvoor noodzakelijke investeringen te doen.”
Richting verandert
Toch ziet Lulofs de toekomst hoopvol tegemoet. Dat heeft te maken met twee zaken: de komst van een nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van de EU, en de invoering van de nieuwe Omgevingswet. Lulofs: “In het nieuwe GLB (dat naar verwachting begin 2023 ingaat, red.) blijven boeren inkomenssteun ontvangen, maar die richt zich niet meer hoofdzakelijk op het waarborgen van voedselbeschikbaarheid. De richting van de steun verandert. De Europese Unie wil vooral boeren gaan steunen die hun bedrijfsvoering en inrichting van percelen aanpassen, zodat de impact op de omgeving (water en bodem) wordt beperkt. Dat vind ik een hoopvolle ontwikkeling. Dat maakt de transitie naar bodembewust boeren ook voor de sector zelf een stuk aantrekkelijker.”
Zorgplicht
Lulofs heeft ook hoge verwachtingen van de nieuwe Omgevingswet. Daarin is een zorgplicht opgenomen voor een duurzame bodem. “Een duurzame bodem, zoals genoemd in het ‘Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet’, betekent dat de bodem niet alleen chemisch (zoals nu de eis is), maar ook biologisch en fysisch van goede kwaliteit moet zijn. De toelichting is duidelijk wat betreft de reikwijdte van de zorgplicht voor een duurzame bodem. Deze zorgplicht geeft overheden als provincies en gemeenten een wettelijke grondslag om zich nadrukkelijk met de bodemkwaliteit in brede zin te bemoeien. Sterker nog: doen ze dat niet, en de bodemkwaliteit gaat achteruit, dan kunnen ze daar op aangesproken worden.”
Lulofs’ hoop is dat de GLB en de Omgevingswet met elkaar de benodigde combinatie van geld en wettelijk instrumentarium op gaan leveren om in de komende jaren de transitie naar bodembewust boeren tot stand te brengen. “Het zou mooi zijn als overheden nu al gaan voorsorteren op de genoemde ontwikkelingen, zodat ze direct meters kunnen gaan maken als de nieuwe GLB en de Omgevingswet in werking zijn getreden. Want dat is in mijn ogen echt nodig.”
Kris Lulofs schrijft momenteel een Lumbricus Deltafact waarin hij zijn bevindingen over dit thema nader uiteenzet. Dit Deltafact verschijnt binnenkort, evenals een groot aantal andere Deltafacts waarin de resultaten van vier jaar Lumbricus uiteen worden gezet. U vindt ze op www.deltafacts.nl.
Bron artikel: Lumbricus nieuwsbrief #3 (november 2020)