23 april 2025
Maakt waterschapsverleden deel uit van de waterschapstoekomst?
Het roemruchte waterschapsverleden van gemalen, molens, en sluizen moeten we meer koesteren, volgens de sprekers op de Dag van het Watererfgoed op 17 april jl. De doorgaans fraaie gebouwen en kunstwerken vormen het bewijs van de honderden jaren strijd van waterschappen en Rijkswaterstaat tegen het water. Interessant en actueel is dat er voor roerend en immaterieel erfgoed nieuwe toepassingen gloren, namelijk de huidige opgave om ons aan te passen aan de klimaatverandering. Foto overzicht: Wortmangemaal, Lelystad.
Waterschappen en Rijkswaterstaat presenteerden tijdens de dag van het Watererfgoed op initiatief van STOWA en de Nederlandse Gemalenstichting welke erfgoedinitiatieven er al zijn. Gastheer was waterschap Zuiderzeeland, dat hiermee haar 25-jarig bestaan opluisterde. Er gebeurt best veel, hoorden de aanwezigen die in Lelystad bijeenkwamen. Dat gebeurde onder leiding van dagvoorzitter Oscar van Dam van STOWA. De bijeenkomst vond plaats op een letterlijke echo van het waterschapsverleden: galmend, markant groots en met een licht luchtje van olie ligt gemaal Wortman op het voormalig werkeiland bij Lelystad. Het gemaal droeg vanaf 1956 bij aan het leegpompen van Oostelijk Flevoland. Het land werd gewonnen op het nog jonge IJsselmeer, dat zelf in 1932 door de Afsluitdijk gevormd werd uit de Zuiderzee. Het dieselgemaal functioneert nog steeds, zij het alleen bij calamiteiten zoals de wateroverlast in het natte jaar 2024, zegt heemraad Jaap Lodders van waterschap Zuiderzeeland.
Erfgoed is een relatief begrip. Vandaag de dag vinden we gemalen als Wortman mooi en markant, stoomgemaal Wouda (1920) in Lemmer geldt zelfs als ‘het leukste uitje van Friesland’. “Toch werden de stoomgemalen aanvankelijk verfoeilijkt als ‘lelijke stinkende vervangers’ van de windmolens”, vertelt Karel Loeff, directeur van erfgoedvereniging Heemschut. “En tegenwoordig ageren veel mensen tegen mega-windmolens, maar nergens in Nederland staan er zoveel als hier in Flevoland. Hier horen ze erbij.” Meer dan 250 organisaties zijn lid van Heemschut.
Zandkorrels
Zeer veel sprekers passeren de revue in het galmende gemaal. Bodemgeograaf Jakob Wallinga van Wageningen Universiteit kan met luminiscentietechniek de leeftijd van zandkorrels bepalen. Hij kan op die manier bepalen hoe de geschiedenis van een dijk in elkaar zit, of hoe oud een terp is. Bernadien Tiehatten van STOWA rept van de Waterweren-visie. “Kijken naar de geschiedenis leidt tot minder risico’s en kosten en meer toekomstbestendige oplossingen”, zegt ze. “We hebben ooit een beek tevergeefs willen laten meanderen, doordat we op een verkeerde plek werkten. Hadden we maar eerder op een historische kaart gekeken.”
Doe niet weg wat goed is en gebruik goed materiaal bij restauratie van sluizen en gemalen, zegt architect Kees Tak van de commissie Gemalenpluim, een visie waar ook Akke de Vries, erfgoedspecialist van Rijkswaterstaat zich rekenschap van geeft. En Jan Reijnen van de Nederlandse Gemalenstichting verhaalt hartstochtelijk van de negen stoomgemalen die de organisatie voor de poorten van de hel wegsleepte. “750 zijn er gesloopt. Elk waterschap zou een of twee van die oude gemaaltjes moeten behouden.”
Klimaatverandering
Behalve behoud van gebouwen en kunstwerken, kan erfgoed ook een actieve rol spelen in maatregelen tegen klimaatverandering, betoogt Hans van Engen, landschapsarchitect bij de provincie Noord-Brabant en betrokken bij het project Meanderende Maas: “Bij een eventuele dijkdoorbraak van de Maas bij Ravestein of Megen zou heel Noord-Oost-Brabant onderlopen tot en met Oss en delen van Den Bosch”, laat hij zien. Drie waterschappen, drie gemeenten en twee provincies, Rijk en Natuurmonumenten werkten met succes samen om de Maas meer ruimte te geven. Op een aantal plaatsen is in het landschap het geulenpatroon teruggebracht dat terugvoert tot de Romeinse tijd. “We hebben het onzichtbare landschap weer zichtbaar gemaakt”, zegt Van Engen. De vrijgekomen klei uit de antieke geulen worden benut voor dijkversterking. Met de klei wordt ook een Romeinse wachttoren teruggebouwd op zijn blootgelegde fundamenten. Van Engen: “We laten de bomen op oude dijktracés staan en leggen er een dijk achter. We behouden de natuur.” Immaterieel erfgoed als de ‘bakenbomen’ die vanaf 1930 schepen langs de Maas de weg wijzen, worden vervangen door een nieuwe generatie. “Ze zullen opnieuw ‘de langste laan van Nederland’ vormen.”
Vloeivelden
Uit de presentatie van Hermine der Nederlanden van de watererfgoedgroep van de UvW en Jelmer Krom, communicatieadviseur van waterschap Rivierenland, blijken vergeten vloeivelden van de Tilburgse textielindustrie een hedendaagse opvangfunctie voor regenwater uit de stad te krijgen. “Minder overlast in Tilburg, tegengaan van verdroging én een recreatiefunctie”, aldus Der Nederlanden. Ook in de Alblasserwaard gaat waterschap Rivierenland leren van de geschiedenis. “De historische waterhuishouding van vóór 1675 gaan we herstellen.” Zo zijn er meer voorbeelden, zoals landgoed ‘t Medler in de Achterhoek waar een historische beek is teruggegraven en beekwater over het verdroogde landgoed stroomt.
Tot slot: behalve luisteren naar verhalen over erfgoed, konden de deelnemers dit ook zelf bewonderen. Er werd onder meer uitleg gegeven over de werking van het Wortmangemaal door Jan-Willem Trompetter, hoofd werktuigbouwkundige van het gemaal. Door enkele huidige bewoners van het werkeiland werd het harde leven tijdens de aanleg van de Flevopolder verteld, met alle markante bewoners uit die begin jaren van bewoning.
Vaak mankeren veel plannen voor energietransitie, landbouwtransitie en watertransitie aan draagvlak bij de bevolking. Het mooie is, menen de tien sprekers op de Watererfgoeddag in Lelystad unaniem, dat materieel en immaterieel erfgoed haast automatisch draagvlak geeft aan projecten. Tekst: René Didde