Skip to main content Skip to main nav

16 april 2024

WEnR gaat project Levende Laboratoria EBEO uitvoeren

Begin april is de opdracht voor het uitvoeren van de Levende Laboratoria ten behoeve van het EBEO-project gegund aan Wageningen Environmental Research, kortweg: WEnR. In de Levende Laboratoria wordt - met de bouwstenen uit de deelprojecten – gewerkt aan de ontwikkeling van een nieuwe methode voor een diagnostische beoordeling van de ecologische waterkwaliteit.

De database van organismen met hun milieu- en habitatvoorkeuren, de sterkte-zwakteanalyse van ecologische instrumenten en een instrument voor landschapskwaliteit: het zijn allemaal bouwstenen voor het ontwikkelen en in de praktijk testen van een nieuwe ecologische beoordelingsmethode. In het LL-project worden daarvoor drie 'levende laboratoria’ ingericht. Eén in het beheergebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, één bij het Waterschap Limburg (het noordelijk deel) en één in Rijkswater, waarschijnlijk de IJsseldelta. 

In de levende laboratoria vindt - zoveel mogelijk op basis van echte gegevens en voor uiteenlopende watertypen -

onder meer toetsing plaats van de geactualiseerde ecologische database(s), de te gebruiken ecologische instrumenten en mogelijk het analyse-instrument landschapskwaliteit. Ook wordt een proefomgeving ingericht voor het ontwikkelen van een bacterie analyse-instrument. Ook wordt onderzocht welke monitoringtechnieken er bij voorkeur gebruikt moeten worden en hoe de resultaten kunnen worden gepresenteerd die zowel voor water- als terreinbeheerders, beleidsmakers, als bestuurders gebruikt en begrepen kan worden. 

Op de hoogte blijven van dit project? Schrijf je in voor de EBEO nieuwsbrief

 

Wat is EBEO 2.0? 

De Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) werkt samen met verschillende partners, waaronder het ministerie van IenW en Rijkswaterstaat, aan een methodiek waarmee de ecologische kwaliteit van oppervlaktewateren diagnostisch kan worden beoordeeld. Waterbeheerders krijgen met de te ontwikkelen methodiek niet alleen inzicht in de ecologische toestand van hun wateren maar het geeft ze ook inzicht in de vraag waarom die toestand is zoals die is. Deze diagnose biedt meer en betere handvatten voor het nemen van de juiste, kosteneffectieve maatregelen om de toestand te verbeteren. De nieuwe methodiek wordt in de praktijk uitgewerkt en getest in zogenoemde Levende Laboratoria. 

Het Ecologische Beoordelingssysteem 2.0 helpt waterbeheerders bij het in beeld brengen van de ecologische knelpunten en legt daarmee de bal bij de partijen wiens taak en verantwoordelijk het is deze knelpunten daadwerkelijk op te lossen. Dat kan het waterschap zijn, maar evengoed een andere overheid of een particuliere organisatie. 

Een belangrijke randvoorwaarde bij de ontwikkeling is dat de output van de nieuwe methodiek voldoet aan de KRW-vereisten voor rapportage aan de Europese Commissie. Hiermee voorkomen we dubbel werk. Een belangrijke plus op de huidige KRW-systematiek is dat we met de methodiek beter de aangetroffen ecologische toestanden verklaren, en dat gedetailleerder dan het niveau van de vijf KRW-klassen. 

Daarnaast slaat het een brug tussen waterbeheer en terreinbeheer, o.a. door inzicht te geven in de natuurkwaliteit. Het instrumentarium moet de uitkomsten gaan presenteren in vorm die ook bij bestuurders en management van waterschappen meer tot de verbeelding spreekt.