Data-analyse algen en waterplanten in relatie tot nutriënten in brakke wateren
Dit werkrapport bevat de resultaten van de pilotstudie Data-analyse algen en waterplanten in relatie tot nutriënten in brakke wateren. In deze studie is de relatie onderzocht tussen nutriënten, algengroei en het voorkomen van ondergedoken waterplanten in brakke watersystemen (range 1000-5000 mg/L Cl).
Publicatienummer |
2018-W-03 |
Thema |
Waterkwaliteit, Realiseren van ecologische waterkwaliteitsdoelen (KRW) |
Datum |
|
Om deze vraag te beantwoorden zijn significante relaties onderzocht tussen nutriëntengehalten (verschillende vormen van fosfaat en stikstof) in het oppervlaktewater, de abundantie van algen (fytoplankton als Chlorofyl-a) en het voorkomen en de abundantie van ondergedoken waterplanten in brakke wateren. De methodiek die hierbij is toegepast is een multivariate analyse techniek, namelijk Canonical Correspondence Analysis (CANOCO).
In totaal zijn zes volledige datasets met waterplanten en waterkwaliteit afkomstig van zes waterbeheerders geanalyseerd. In totaal gaat het om 642 datapunten met een abundantie van één of meerdere waterplanten en meerdere waterkwaliteitsvariabelen. De set aan abiotische gegevens was niet helemaal gevuld, bijvoorbeeld het sulfaatgehalte en totaal-fosfaat waren niet overal gemeten. Deze variabelen zijn daarom in een kleinere subset in de CANOCO-analyses meegenomen. Van de chemie zijn alleen de abiotische gegevens van het groeiseizoen (april tot en met september) meegenomen om te koppelen aan de vegetatie (waterplantenbegroeiing). De gedachte hierachter was dat de zomerwaarden de milieuomstandigheden zouden weerspiegelen van de waterplanten in het groeiseizoen.
Uit zowel de analyse met CANOCO als de correlaties tussen nutriënten in het oppervlaktewater en Chlorofyl-a komt naar voren dat er geen één op één relatie aanwezig is tussen Chlorofyl-a en nutriënten in het oppervlaktewater, en tussen het voorkomen van brak-waterplanten en Chlorofyl-a en nutriënten in het oppervlaktewater. Er spelen dus meerdere sturende variabelen een rol in brakke wateren. De consequentie hiervan is dat de onderzoekers geen eenduidige normen voor nutriënten in het oppervlaktewater hebben kunnen adviseren aan Waterschap Scheldestromen ter opname in hun volgende generatie stroomgebiedbeheerplannen.