20 februari 2020
The Good, The Bad and the Bever
Sinds de herintroductie eind jaren tachtig leven er weer zo'n 35 honderd bevers in ons land, vooral in Flevoland en in de zuidelijke provincies. Dat is goed nieuws, maar het heeft ook een keerzijde. De dammen en holen van de knaagdieren in oevers en keringen, baren de waterbeheerders zorgen. Momenteel wordt gewerkt aan een 'Kenniscentrum Bever'.
De bever is een inheemse soort, maar door overbejaging verdween het dier rond 1830 uit Nederland. Eind jaren tachtig werd besloten tot herintroductie. Het dier vervult volgens boswachter Harco Bergman van Staatsbosbeheer een belangrijke rol in de (natte) natuur: "Bevers verhogen de leefmogelijkheden voor andere dieren in hun leefgebied, omdat ze pioniershoutsoorten, zoals wilgen, kappen of afknotten. Dit hout gebruiken ze als voedsel of voor de aanleg van dammen. De dammen zorgen voor vernatting van bepaalde gebieden, waardoor de biodiversiteit toeneemt. Natuurlijk moet je ingrijpen als het waterbeheer door de aanwezigheid van de bever het gedrang komt. Maar waterschappen willen dit mijns inziens vaak te snel,” aldus Bergman.