6 december 2022
Wat zijn de effecten van aquathermie op het onderwaterleven?
Het winnen van warmte uit oppervlaktewater kan een belangrijke bijdrage leveren aan de energietransitie. Maar wat is de ecologische impact ervan op het waterleven? Het is een vraag die steeds prangender wordt, als we de potenties van deze vorm van warmtewinning ten volle willen gaan benutten. Onlangs werd er een bijeenkomst over dit onderwerp georganiseerd, waarop de nieuwste kennis en inzichten werden gedeeld.
Nederland moet van het gas af. Er wordt volop gezocht naar mogelijkheden voor duurzame warmte en (elektrische) energie. Daarmee heeft aquathermie - het terugwinnen van warmte uit afvalwater, drinkwater en oppervlaktewater - de wind in de zeilen. Verkennende studies lieten enkele jaren geleden de enorme potenties ervan zien. Zo kwam uit de landelijke verkenning Nationaal potentieel van aquathermie (2018) naar voren dat het potentieel van thermische energie (i.c. warmte) uit oppervlaktewater (TEO) groot is. Schattingen destijds betroffen ruim 40 procent van de totale toekomstige warmtevraag. Landelijke, regionale en lokale potentiekaarten van warmtewinning uit afvalwater, oppervlaktewater en drinkwater zijn te vinden op www.aquathermieviewer.nl.
Hoewel waterbeheerders deze duurzame warmtebron graag beschikbaar stellen, vragen ze zich af wat de effecten kunnen zijn van het bedrijven van aquathermie in open water. Om twee redenen. Om te beginnen wordt er oppervlaktewater van een bepaalde temperatuur ingenomen, dat daarna een paar graden kouder weer wordt teruggebracht in het water waaruit het onttrokken is. De grote vraag is: hoe verspreidt die koudelozing zich en wat doet zo’n lozing met het ecosysteem in het water? De tweede reden is dat de terugwininstallaties zelf schade kunnen toebrengen aan het aquatisch leven. Onder meer vanwege de filters die in veel gangbare systemen voorafgaand aan de warmte-koudewisseling moeten worden geplaatst om snelle vervuiling van deze installaties te voorkomen. De afgelopen tijd is er al de nodige kennis ontwikkeld over de verspreiding en effecten van koude. Van die kennis hangt veel af; waterbeheerders moeten vergunningaanvragen beoordelen van particulieren en overheden die willen starten met warmtewinning uit oppervlaktewater. Er is al een beoordelingskader koudelozingen. Dit kader wordt de komende maanden geactualiseerd, op basis van de meest recente wetenschappelijke inzichten.
Wat betreft de invloed van de filters in de TEO-installaties: binnenkort start een praktijkonderzoek naar de invloed van deze installaties op de ecologie. Plaats van handeling: de Sloterplas. Er worden meerdere type installaties (combinaties van filter en warmtewisselaar) getest.
Jasper Stroom van initiatiefnemer Waternet hoopt dat het onderzoek resulteert in een optimaal ontwerp voor een installatie. Volgens hem is het belangrijk om zo goed mogelijk te weten wat de impact van installaties is op het waterleven, om vergunningaanvragen op hun merites te beoordelen en om daarbij mogelijke eisen te stellen aan type warmtewisselaar en filter. Aangezien het in deze pilot-installaties om relatief kleine hoeveelheden in te nemen water gaat, zal er dus ook betrekkelijk weinig kouder water worden geloosd. De effecten daarvan zijn in deze proef naar verwachting nihil.
Binnen WarmingUP is veel kennis ontwikkeld over hoe de koude van een koudelozing zich verspreidt, nadat deze in het oppervlaktewater geloosd is. Voor verschillende watertypen zijn er voor TEO-installaties van verschillende omvang voorbeeldberekeningen gemaakt. Het is nu dus al goed mogelijk om een inschatting te maken van de afstand vanaf het lozingspunt waar de temperatuurdaling zich herstelt. De vervolgvraag is hoe de koude doorwerkt op de ecologie. De effecten op fysisch-chemische parameters zijn goed bekend (zuurstof en CO2). Maar over de effecten van temperatuurverschillen op kleine organismen, zoals fytoplankton, macrofauna en macrofyten is nog weinig informatie beschikbaar. Grotere organismen als amfibieën en vissen, kunnen zich vrij goed aanpassen aan temperatuurverschillen en zoeken zelfs voor uiteenlopende levensstadia kouder of warmer water op. Bovendien kunnen ze zich op eigen kracht normaal gesproken vrij eenvoudig van warmere naar koudere delen verplaatsen, of vice versa. Echter: de kennis over de doorwerking van effecten op individuele soorten naar effecten op het hele voedselweb ontbreekt. Dat moet de komende jaren (beter) boven tafel komen. Koudelozingen kunnen overigens ook positieve effecten hebben, want volgens de onderzoekers maken door koudelozing veroorzaakte temperatuurgradiënten in het water een ecosysteem robuuster; temperatuurschokken zijn wel ongewenst.
Meer weten?
Kijk op stowa.nl/aquathermie voor meer algemene informatie.
Klik HIER om het volledige verslag van deze dag te lezen.