Vrijkomen van microverontreinigingen bij vergisting van zuiveringsslib met PAK (IPMV)
De aanwezigheid van poederkool in slib - toegevoegd voor het verwijderen van microverontreinigingen - verandert de kwaliteit en kwantiteit van het slib en heeft daarmee mogelijk invloed op de slibvergisting. Met behulp van modelberekeningen op basis van lab- en pilotproeven, blijkt dat de met de poederkooldosering beoogde kwaliteitsverbetering van het effluent niet in het geding lijkt te komen. Het onderzoek werd uitgevoerd in het kader van het Innovatieprogramma Microverontreinigingen uit rwzi-afvalwater.
Publicatienummer |
2023-31 |
Thema |
Waterkwaliteit, Nieuwe stoffen |
Datum |
|
In het Innovatieprogramma Microverontreinigingen (IPMV) van STOWA en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat worden diverse technologieën onderzocht voor de verwijdering van microverontreinigingen uit afvalwater. Een aantal van deze technologieën maakt gebruik van poederkool. Bij toepassing van poederkool eindigt deze in het spuislib van de rwzi, wat in Nederlandse zuiveringspraktijk grotendeels wordt vergist. Een van de mogelijke gevolgen van vergisting is dat de microverontreinigingen die in de waterlijn zijn geadsorbeerd aan het slib, in de sliblijn (tijdens het vergistingsproces) weer desorberen en via de rejectiewaterstroom weer in de waterlijn terechtkomen. Dit zou theoretisch juist tot een verslechtering van de effluentkwaliteit kunnen leiden.
Al eerder is er onderzoek uitgevoerd naar poederkool in slib. STOWA rapporteerde hierover in 2020 ‘Poederkool in slib: effect op de huidige en toekomstige slibeindverwerking’ (STOWA 2020-34). Dat onderzoek richtte zich meer op de effecten van (nog) geadsorbeerde stoffen op de slib-eindverwerking. In het onderzoek dat in dit rapport wordt beschreven, is de invloed van poederkool-houdend slib voor de huidige en toekomstige mesofiele slibgisting in beeld gebracht. Er zijn vooralsnog weinig literatuur en praktijkresultaten beschikbaar op dit onderwerp.
Met de resultaten van een aantal lab- en pilotproeven zijn modelberekeningen uitgevoerd om de mogelijke gevolgen van vergisting van poederkool houdend slib te kwantificeren. Met behulp van de modelberekeningen blijkt dat de terugvoer van gedesorbeerde microverontreinigingen verwaarloosbaar klein is, en dat de met de poederkooldosering beoogde kwaliteitsverbetering van het effluent niet in het geding komt.