10 april 2024
Greep krijgen op toxiciteitsproblemen oppervlaktewater met Sleutelfactor Toxiciteit
NRC opende op 10 april jl. met een alarmerend artikel over de slechte chemische waterkwaliteit in Nederland. Slechts 4 procent van onze wateren voldoet volgens de krant aan de gestelde chemische stofnormen waaraan Nederland in verband met de KRW uiterlijk in 2027 moet voldoen. De krant baseert zich op de KRW-bronbestanden van de waterschappen die het Informatiehuis Water jaarlijks publiceert. STOWA heeft een instrument ontwikkeld waarmee de waterschappen meer greep te krijgen op het probleem en de oorzaken ervan: de Sleutelfactor Toxiciteit.
Voor de meeste waterschappers zal het artikel in NRC niet veel nieuwe feiten en opinies bevatten. Waterschappen onderkennen het probleem van giftige stoffen al jaren, maar kunnen zelf weinig doen aan de oorzaken van chemische vervuiling van het oppervlaktewater met stoffen uit industrie, huishoudens en de landbouw. Daarvoor is vooral de Rijksoverheid in beeld. De Unie van Waterschappen benadrukt in Den Haag dat een bronaanpak de geëigende manier is om het probleem aan te pakken, niet het nóg beter zuiveren van het afvalwater tegen hoge maatschappelijke kosten. Want wat niet in het water komt, hoeft er immers ook niet uit. Bas van der Wal van STOWA: “Het probleem is dus bekend. Nieuw is wel dat naast de nutriënten ook giftige stoffen in het water het behalen van een goede ecologische waterkwaliteit belemmeren. Dat is pas onlangs aangetoond. Om de schadelijkheid in beeld te brengen, hebben we in Nederland op meer dan 8 duizend locaties de giftigheid van alle stoffen samen gemeten. Meer dan een derde van alle wateren is zo giftig dat waterorganismen bedreigd of geschaad worden. De biologische KRW-doelen worden daardoor niet gehaald.”
Volgens Van der Wal is het probleem dat NRC schetst, feitelijk nog erger: “Voor de Kaderrichtlijn Water kijken we alleen naar de concentraties van een beperkt aantal wettelijk vastgelegde stoffen (ca. zo’n 160). Deze concentraties moeten onder de norm blijven. Dat is mooi, maar er wordt zo slechts gekeken naar fractie van alle ongeveer 170 duizend chemische stoffen die in het milieu terechtkomen. Daarvoor zijn geen normen en die zijn ook niet op te stellen. Daarbij komt dat normen alleen iets zeggen over afzonderlijke stoffen, terwijl we weten dat mengsels van stoffen in veel gevallen een sterker effect hebben op het waterleven.”
Om meer greep te krijgen op giftige stoffen in het oppervlaktewater heeft STOWA de Sleutelfactor Toxiciteit (SFTOX) laten ontwikkelen. Het is een praktisch bruikbaar instrument waarmee waterbeheerders de toxische druk op het waterleven van alle in het water voorkomende stoffen kunnen bepalen. De sleutelfactor geeft eveneens inzicht in de effecten van die giftigheid. Uiteindelijk kan het instrument ook leiden naar de belangrijkste bronnen van chemische vervuiling, d.w.z. de stoffen die de meeste ecologische schade aanrichten.
Op 15 mei vindt de startbijeenkomst plaats van de nieuwe Community of Practice Sleutelfactor Toxiciteit. Daarin wisselen de deelnemers kennis en ervaringen uit rond het gebruik van het instrument en wordt gekeken hoe mogelijke knelpunten met het gebruik opgelost kunnen worden. De Sleutelfactor Toxiciteit maakt deel uit van een grotere set zogenoemde sleutelfactoren voor stromende en stilstaande water die STOWA de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. Deze sleutelfactoren geven de belangrijkste niet-levende randvoorwaarden weer voor een gezond aquatisch ecosysteem. Meer informatie op www.sleutelfactoren.nl.