23 augustus 2024
Hemelwater: naar de rwzi, of lokaal gebruiken?
STOWA laat een praktisch bruikbare handleiding opstellen om gemeenten en waterschappen te helpen bij het omgaan met bestaande hemelwaterafvoerstelsels. Doel is om zo min mogelijk ‘schoon’ regenwater over de zuivering te leiden, maar lokaal vast te houden en te gebruiken om droogte te bestrijden.
In Nederland is ongeveer 25 procent van de rioolstelsels gescheiden gerioleerd en ongeveer acht procent verbeterd gescheiden. Bij gescheiden rioolstelsels, stelsels waarbij rioolwater en hemelwater gescheiden worden ingezameld en verwerkt, zijn met name foutaansluitingen een bekend probleem. Hierbij wordt rioolwater uit woningen en bedrijven per abuis aangesloten op de hemelwaterafvoer. Ook foutieve lozingen zijn hierbij een bekend probleem, zoals verfresten in straatkolken. Het hemelwater dat via het hemelwaterriool wordt geloosd in stedelijke water, is daarmee veel vuiler dan voorzien, hoewel het toepassen van zuiverende hemelwatervoorzieningen in opkomst is.
Een verbeterd gescheiden riool bestaat eveneens uit gescheiden rioolwater- en hemelwaterafvoersystemen. Maar van het hemelwater gaat bij een regenbui het eerste, meest vervuilde water (de zgn. first flush) ook naar de afvalwaterzuivering; de rest wordt via een (hemelwater)overstort op een sloot of plas geloosd. Bij deze stelsels staat de afvoer van ‘schoon’ water (regenwater en vaak ook instromend oppervlaktewater en grondwater) naar de rwzi in toenemende mate ter discussie.
Het probleem is dat zuiveringsbeheerders nu vaak op zoek zijn naar meer hydraulische capaciteit op hun rwzi’s, capaciteit die nu wordt verbruikt door relatief schoon regenwater. Watersysteembeheerders aan de andere kant willen het regenwater het liefst lokaal houden en gebruiken als aanvulling voor droge perioden.
Ombouwen
In de praktijk heeft dit op veel plaatsen geleid tot initiatieven om bestaande VGS permanent om te bouwen naar gescheiden stelsels of via sturing tijdelijk uit te zetten om benedenstroomse gemengde rioolstelsels te ontlasten.
In veel gevallen heeft dit vervolgens weer geleid tot problemen met foutaansluitingen. Een mogelijke oplossing hiervoor is het VGS2.0 dat schoon regenwater lokaal kan lozen en het rioolwater van foutaansluitingen of foutieve lozingen naar de rwzi kan afvoeren.
Kort samengevat zien we in de praktijk de wens om zo min mogelijk hemelwater naar de rwzi af te voeren, bijvoorbeeld door anders om te gaan met VGS-stelsels en tegelijkertijd hemelwater bij regenwateruitlaten te zuiveren en foutaansluitingen te verhelpen. De ervaring leert echter dat er weerstand ontstaat als een gekozen oplossing niet of slechts beperkt lijkt te werken. Bijvoorbeeld: na het (kostbare) verhelpen van foutaansluitingen zijn de waterkwaliteitsproblemen nog niet afdoende verholpen, en blijken er ook nog andere oorzaken zijn van achterblijvende waterkwaliteit.
De handleiding die nu wordt opgesteld, moet gemeenten en waterschappen integraal zicht geven in de manier waarop kunnen omgaan met water afkomstig van hemelwaterafvoerstelsels, en de consequenties daarvan. De handleiding moet leiden tot:
- Verbeteren waterkwaliteit voor de KRW (goede ecologische en chemische kwaliteit oppervlaktewater in 2027)
- Droogtebestrijding (water lokaal houden)
- Doelmatig zuiveren op rwzi: in potentie VGS 4800 m3 hemelwater per hectare per jaar minder naar rwzi, afnameverplichting neemt met 3 m3/h per ha af
- Invulling EU afvalwaterrichtlijn: optimalisatie afvalwatersystemen en aanpakken emissies