28 oktober 2024
Land én water bepalen ecologische waterkwaliteit
STOWA heeft in het kader van het project EBEO 2.0 onderzoek laten doen naar de relatie tussen de levensgemeenschap onder water (met name macrofauna) en de kwaliteit van het landschap rondom dat water. Geeft de samenstelling van de macrofaunagemeenschap een goed beeld van de kwaliteit van dat landschap? En kunnen we de kwaliteit van het omliggende landschap met het oog hierop verbeteren?
Om ecologische waterkwaliteitsproblemen op te sporen en te verhelpen via herstelmaatregelen, kijken waterbeheerders vaak alleen naar het water. Knelpunten kunnen echter ook buiten het water liggen, in het aangrenzende landschap. Veel aquatische insecten brengen namelijk een deel van hun levenscyclus door op het land en kunnen grote afstanden afleggen om nieuwe plekken te koloniseren. Dat landschap moet daar echter wel geschikt voor zijn. Om tot een betere diagnose te kunnen komen van eventuele ecologische knelpunten is in dit project - dat onderdeel uitmaakt van EBEO 2.0, zie kader - daarom de rol van het landschap onderzocht voor macrofauna.
Er is een literatuurstudie uitgevoerd waarin de relaties tussen het lokale aanliggende landschap rond het water en de macrofauna zijn onderzocht, alsmede de rol van het landschap bij dispersie: het verspreiden van organismen over een leefgebied. Om de lokale relaties goed in beeld te brengen is een koppeling gemaakt
tussen het landgebruik op aanliggende gronden en het voorkomen van macrofauna in verschillende watertypen. Op basis hiervan zijn indicatorlijsten samengesteld. Deze indicatorlijsten dienen als basis voor een instrument waarmee de landschapskwaliteit bepaald kan worden. Ook is een verspreidingsmodel ontwikkeld waarmee het effect van dispersielimitatie op het voorkomen van soorten in beeld kan worden gebracht. Met dit instrument kan worden berekend welke indicatorsoorten op een meetpunt zouden kunnen voorkomen op basis van hun potentiële verspreidingsgebied.
De ontwikkelde instrumenten zijn prototypen en een eerste stap in het inzichtelijk maken van de relaties tussen aquatische macrofaunagemeenschappen en het landschap. In de levende laboratoria van EBEO 2.0 worden de prototypen verder getest, zodat beoordeeld kan worden of ze in de nieuwe beoordelingssystematiek EBEO 2.0 meegenomen kunnen worden.
> Download het onderzoeksrapport
Ecologische Beoordeling 2.0 (EBEO 2.0)
In het project ‘EBEO 2.0 ‘werkt STOWA met verschillende partners aan een methode waarmee de waterbeheerders de ecologische toestand van wateren beter kunnen verklaren, in een ook voor niet- ingewijden begrijpelijke vorm. Dat gebeurt door actuele kennis over de eisen die de aangetroffen water- en watergebonden organismen aan hun omgeving stellen, beter te benutten. De methode wordt samen met medewerkers van waterbeheerders gebiedsgericht uitgewerkt in zogenoemde levende laboratoria, met uiteenlopende watertypen. Met name om het draagvlak voor en de praktische bruikbaarheid van de nieuwe methode te waarborgen.
De nieuwe methode geeft samen met de ecologische sleutelfactoren (www.ecologischesleutelfactoren.nl) - die inzicht geven in de niet-levende omstandigheden waaronder de aquatische levensgemeenschap verkeert - een zo goed mogelijk antwoord op de vraag waarom de ecologische toestand is zoals die is (diagnose). Daarmee krijgen waterbeheerders meer en betere handvatten voor het afleiden van de juiste waterkwaliteitsdoelen en het nemen van de juiste, kosteneffectieve maatregelen om de toestand te verbeteren en waterkwaliteitsdoelen te halen.
Meer informatie over dit project is te vinden op www.stowa.nl/ebeo.