Skip to main content Skip to main nav

14 april 2025

Hoe houden we slibeindverwerking haalbaar, betaalbaar en duurzaam?

De waterketen staat voor grote opgaven. Er moet in de toekomst nog beter worden gezuiverd, en er moeten ook (meer) microverontreinigingen uit het afvalwater worden gehaald. Tegelijkertijd moet er voldoende capaciteit blijven voor de verwerking van zuiveringsslib. De vraag is hoe waterschappen slim, betaalbaar en duurzaam om kunnen gaan met het verwerkingsproces van dat slib.  Om deze vraag te kunnen beantwoorden, heeft STOWA het rapport ‘Slibeindverwerking van de toekomst’ opgesteld. Deze vraag wordt in dit rapport overigens niet direct en volledig beantwoord, maar het rapport geeft wel duidelijke richting over wat wel kan en wat niet haalbaar is.

In het rapport wordt stilgestaan bij de ontwikkelingen die invloed hebben op de hoeveelheid en de kwaliteit van het slib in 2050 en aan welke eisen toekomstige verwerkingsinstallaties moeten voldoen. Er is een overzicht gemaakt van bestaande en nu in ontwikkeling zijnde technologieën. Criteria die volgens de opstellers van het rapport essentieel zijn voor het toetsen en vergelijken van deze technologieën zijn: continuïteit, duurzaamheid, flexibiliteit en kosten. Aan de hand van deze criteria is gekeken naar de toekomstige inrichting van de zuivering en de slib(eind)verwerking. 

Volgens de opstellers van het rapport vormt het actiefslibproces (biologisch slib) in 2050 nog altijd een sterke basis voor een hoge effluentkwaliteit en het terugwinnen van grondstoffen. Via het slib worden daarbij veel schadelijke stoffen uit het (water)milieu gehouden. Dit is een aspect dat aandacht verdient bij de ontwikkeling van nieuwe zuiveringsconcepten zoals bij fysisch/chemische zuivering van afvalwater.

Een alternatieve route voor slib – de afzet van slib naar de landbouw om invulling te geven aan de circulaire economie – achten de onderzoekers niet aannemelijk. Dat heeft vooral te maken met alle schadelijke stoffen in het slib. Steeds meer wordt duidelijk welke verontreinigingen zoals medicijnresten, microverontreinigingen zoals PFAS, en micro- en nanoplastics in het slib aanwezig zijn. In Nederland voldoet het slib nu al niet aan de bestaande eisen als het gaat om zware metalen. Buiten Nederland wordt steeds vaker de discussie gevoerd of de afvoer van slib met alle verontreinigingen naar de landbouw nog wel verantwoord is.

De aanbeveling is om de huidige verwerkingsroutes van slib te optimaliseren, om de impact op het milieu verder te verkleinen én om meer grondstoffen terug te winnen, zowel in aantal als in volume. Waterschappen en eindverwerkers kunnen volgens de opstellers van het rapport gezamenlijk ondersteuning gegeven aan de doorontwikkeling van veelbelovende nieuwe technologieën naar een volwassen technologie.