Faalkansmodel voor asset management van persleidingen
Dit project levert een rekenmodel voor een indicatieve faalkans van persleidingen voor afvalwatertransport. Een dergelijk model draagt bij aan efficiënt beheer met besparing op operationele kosten en vervangingsinvesteringen.
Projectcode |
435.047 |
Uitvoerders |
Gemeente Rotterdam, Waternet, Waterschap Aa en Maas, TNO, Deltares, P4UW, Stichting RIONED, Schmidt Watertechniek B.V. |
Thema |
Diversen, Doelmatigheid |
Startdatum |
|
Einddatum |
|
Tags |
In Nederland ligt 13 duizend kilometer persleiding, waarvan een groot deel stamt uit de jaren ’70 toen in het kader van de WVO op grote schaal zuiveringstechnische werken zijn aangelegd. De huidige faalkans van ca. 1 incident per 100 km/jaar neemt langzaam toe. Veel leidingen bereiken hun ontwerplevensduur, of zijn deze reeds gepasseerd. Beheerders voelen de urgentie meer grip te krijgen op de conditie- en restlevensduurbepaling voor besluitvorming over onderhoud en vervanging van persleidingen.
Op dit moment zetten beheerders ofwel in op kostbaar incidenteel onderzoek ofwel op eveneens kostbare vervanging. De vraag is hoe op een zo doelmatig mogelijke manier ingeschat kan worden wat de resterende levensduur van een leiding is, zodat het vervangingsmoment zo gekozen kan worden dat de leiding wordt vervangen juist voordat de faalfrequentie toe begint te nemen, of boven de voor de beheerder acceptabele waarde komt.
Dit project ontwikkelt in drie fases een via GIS ontsloten assetmanagementtool op basis van een faalkansmodel. De tool geeft een voorspelling van de restlevensduur van een leidingsegment en van de betrouwbaarheid op basis van aanwezige kennis en informatie over de sterkte van, belasting op en slijtage van de leiding. Een tweede belangrijk principe van deze tool is dat technische informatie over de leiding verkregen door de ene beheerder gedeeld en benut wordt door de andere beheerders. Hierbij zal op adequate wijze recht gedaan worden aan de wensen van beheerders ten aanzien van het al dan niet delen van operationele informatie van hun netwerk.
Fase 1 van het project heeft de ‘proof of principle’ geleverd. De huidige fase 2 bouwt de methodiek uit tot een volledig werkend conceptueel model. In fase 3 kan ten slotte het model gebruiksgereed worden gemaakt.