Effecten van graskarper op de kwaliteit van watersystemen
In deze literatuurstudie is geëvalueerd wat de effectiviteit en ecologische effecten zijn van het uitzetten van graskarpers (Ctenopharyngodon idella) als beheermaatregel om plantengroei te beperken. Daarnaast zijn de effecten van het uitzetten van graskarpers vergeleken met die van maaibeheer. Belangrijkste conclusie is dat het uitzetten van graskarpers als beheermaatregelen voor het verwijderen van watervegetatie vraagt om een grondige afweging.
Publicatienummer |
2018-03 |
Thema |
Waterkwaliteit, Realiseren van ecologische waterkwaliteitsdoelen (KRW) |
Datum |
|
Waterschappen zijn verantwoordelijk voor oppervlaktewater van goede kwaliteit. In Nederland komen echter situaties voor waar in voedselrijk water en/of op een voedselrijke waterbodem waterplanten uitbundig kunnen groeien. In die situaties is soms sprake van woekering van slechts enkele soorten. Dat hindert het overig waterleven, waardoor deze wateren veelal niet voldoen aan de gestelde ecologische kwaliteitscriteria. Ook levert het overlast op voor de door stroming en beperkt het de mogelijkheden voor recreatie, zoals varen en sportvissen.
In een aantal gevallen wordt daarom besloten waterplanten te verwijderen. De wijze waarop dat het best kan gebeuren is beschreven in de STOWA-publicatie 2017-08, Stappenplan aanpak waterplantenoverlast. Waterschappen wordt regelmatig gevraagd advies te geven als overwogen wordt voor de verwijdering van watervegetatie graskarpers uit te zetten. De graskarper is een uitheemse vissoort die onder strikte voorwaarden in geïsoleerde wateren mag worden uitgezet, mits de eigenaar daartoe toestemming verleent. Het is lastig de mate waarin graskarpers waterplanten verwijderen te reguleren, vandaar dat waterbeheerders terughoudend zijn bij het verlenen van een dergelijke toestemming.
In opdracht van de STOWA is een literatuuronderzoek uitgevoerd naar de neveneffecten die het uitzetten van graskarpers kan hebben op de waterkwaliteit. Het inzetten van graskarpers blijkt ten opzichte van de reguliere vormen van waterplantenverwijdering kosteneffectief te zijn. Maar het is tegelijkertijd ook potentieel bedreigend voor de ecologische en chemische kwaliteit van het water. Het is moeilijk vast te stellen hoeveel graskarpers per hectare uitgezet kunnen worden zonder dat er negatieve effecten optreden, bijvoorbeeld doordat het water troebel wordt en er (blauw)algengroei optreedt of dat er ongewild voor graskarpers oneetbare planten gaan woekeren.