Haalbaarheidsstudie BO3-technologie
BO3 is een veelbelovende technologie voor vergaande verwijdering van een breed palet microverontreinigingen uit rwzi-effluent. De technologie kent een lagere CO2-footprint dan de referentietechnologieën waarmee het is vergeleken. Dit blijkt uit een haalbaarheidsstudie die is uitgevoerd in het kader van het Innovatieprogramma Microverontreinigingen uit rwzi-afvalwater IPMV.
Publicatienummer |
2022-41 |
Thema |
Waterkwaliteit, Nieuwe stoffen |
Datum |
|
Binnen het Innovatieprogramma Microverontreinigingen uit rwzi-afvalwateer (IPMV) van STOWA en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat worden diverse technologieën onderzocht voor de verwijdering van microverontreinigingen uit afvalwater. Binnen het thema ‘Oxidatieve technieken’ is de haalbaarheid onderzocht van de BO3-technologie. De BO3-technologie is een technologie waarbij het rwzi-effluent in een tweestaps proces wordt behandeld. De eerste stap is een biologische filtratiestap. Onder aerobe condities vindt biologische afbraak plaats van organisch materiaal (gemeten als DOC, CZV en UV254) en een gedeelte van de microverontreinigingen. Vervolgens wordt in de tweede stap het water geozoniseerd. In deze stap worden biorecalcitrante microverontreinigingen afgebroken. Doordat een aanzienlijk gedeelte van het organisch materiaal is afgebroken in de voorafgaande biologische stap kan de ozonisatie effectiever worden uitgevoerd. Er zal minder ozon reageren met organisch materiaal omdat dit reeds verwijderd is. Daarnaast is ozon alleen nodig voor de oxidatie van een geringe selectie microverontreinigingen omdat een deel al verwijderd is.
De synergie tussen het biologisch/fysische proces en de ozonbehandeling resulteert in een duurzamere vorm van ozonisatie door de sterk gereduceerde ozondosis (i.c. verlaging CO2-footprint) en de daaraan gekoppelde bromaatvorming. Door de combinatie van meerdere afbraakprocessen wordt een breder palet aan microverontreinigingen verwijderd.
Met name door de sterk gereduceerde ozondosis scoort de BO3-technologie beter op CO2-footprint dan de referentietechnologieën. Het energieverbruik is laag doordat in de biologische stap zowel microverontreinigingen als organisch materiaal afgebroken worden. Op het criterium verwijderingsrendement van microverontreinigingen scoort de BO3-technologie zeer goed, een verwijderingsrendement van 70% voor 7 van de 11 gidsstoffen kan eenvoudig bereikt worden. In het onderzoek in Wageningen zijn verwijderingsrendementen van >95% aangetoond voor de gidsstoffen. De kostenraming maakt duidelijk dat de totale kosten (CAPEX en OPEX) vergelijkbaar zijn met de referentietechnologieën. Daarnaast is de verwachting dat de bromaatvorming ten opzichte van standalone ozonisatie lager is.
Een volgende stap in de ontwikkeling van de BO3-technologie is het uitvoeren van pilottesten. Dit onderzoek gaat plaatsvinden op rwzi Horstermeer. Met pilottesten kan geverifieerd worden of de resultaten die op labschaal zijn behaald ook op pilotschaal behaald kunnen worden. Deze inzichten zijn nodig voor een verdere praktijk uitrol van de technologie.
De BO3-technologie is ontwikkeld door de vakgroep Milieutechnologie van de Wageningen Universiteit in samenwerking met Royal HaskoningDHV. De haalbaarheidsstudie is gestoeld op de uitkomsten en inzichten van het labonderzoek te Wageningen.