Haalbaarheidsstudie PACAS plus FE-dosering (IPMV)
Dit rapport bevat de resultaten van een studie waarin de haalbaarheid is onderzocht van de combinatie van het doseren van poeder-actiefkool in de actiefslibtanks (PACAS) met ijzerdosering. Hieruit komt naar voren dat deze combinatie van technieken niet overtuigend beter presteert dan IPMV referentietechnieken. Aanvullend labonderzoek is nodig om meer inzicht te krijgen in de werking en samenwerking met een leverancier is gewenst voor de vertaling naar de praktijk. Op dit moment is besloten deze technologie niet verder te onderzoeken binnen het innovatieprogramma.
Publicatienummer |
2021-37 |
Thema |
Waterkwaliteit, Nieuwe stoffen |
Datum |
|
Het ministerie van IenW, de STOWA en de Nederlandse Waterschappen hebben gezamenlijk het Innovatieprogramma Microverontreinigingen uit Afvalwater (IPMV)’ opgezet om de ontwikkeling van veelbelovende verwijderingstechnieken te versnellen. Doel is dat de water- schappen binnen vijf tot zeven jaar meer beproefde technieken tot hun beschikking hebben voor de verwijdering van microverontreinigingen. Het innovatieprogramma is onderverdeeld in vijf verschillende thema’s, waaronder het thema ‘Actieve kool’.
In het kader van het IMPV werd de haalbaarheid beoordeeld van de gecombineerde dosering van ijzer en actief poederkool aan een actief slibsysteem. De beoordeling is gebaseerd op de te verwachten verwijderingsrendementen op gidsstoffen, geschatte kosten en geschatte CO2 footprint ten opzichte van drie referentie technologieën (poederkool, granulair kool of ozon- dosering). Ten opzichte van de referentie technologie PACAS scoort deze nieuwe toepassing op verwijderingsrendement gelijkwaardig, op CO2 footprint beter en op kosten minder goed. Gezien het ontwikkelingsstadium (Technology Readiness Level van 2) en de kennishiaten is eerst aanvullend labonderzoek nodig.
Daarom is, op basis van de huidige informatie beoordeeld dat de technologie op de gestelde criteria niet overtuigend beter presteert dan de genoemde referentietechnologieën. Daarnaast bevindt de technologie zich in nog in een te lage Technologie Readiness Level om zonder een partner (zoals een leverancier) aanvullend labonderzoek in te zetten. Daarom krijgt deze haal- baarheidsstudie geen vervolg. Bij aantoonbare toekomstige verbeteringen wordt echter niet uitgesloten dat deze beslissing kan worden heroverwogen.