Regelbare drainage in het venige Hunzedal: winst voor akkerbouw en natuur?
Dit rapport bevat de resultaten van een pilot met regelbare drainage in een venig beekdal. Uit de pilot komt naar voren dat regelbare drainage geen uitkomst lijkt te bieden om lage grondwaterstanden te verhogen, de veenafbraak van akkerbouwpercelen in het beekdal te verminderen en de nutriëntenuitspoeling te verminderen.
Publicatienummer |
2017-06 |
Thema |
Waterkwaliteit, Realiseren van ecologische waterkwaliteitsdoelen (KRW) |
Datum |
|
Op veel plaatsen in Nederland grenzen kleinschalige landbouw- en natuurpercelen aan elkaar. Dat maakt het lastig voor beide typen landgebruik de juiste - vaak uiteenlopende - hydrologische condities te creëren en gewas- dan wel natuurschade te voorkomen. Veel waterbeheerders zien in regelbare drainage in combinatie met slootpeilverhoging een mogelijke oplossing voor het voortbestaan van aan elkaar grenzende hoogwaardige natuur en intensieve landbouw. Het zou de grondwaterstanden op akkerbouwpercelen kunnen verhogen, veenafbraak tegengaan en nutriëntenuitspoeling kunnen verminderen, zonder natschade aan het gewas te veroorzaken.
Dit idee werd beproefd in een pilot in het Drentse Hunzedal. Hier ligt een akkerbouwperceel op veengrond direct naast een natte natuurstrook langs het Achterste Diep, één van de bovenlopen van de Hunze. In 2013 werd in het voorheen niet gedraineerde proefperceel drainage aangelegd op 90 cm diep, met een drainafstand van zeven meter. In de sloot waarop het proefperceel afwatert, werden daarbij drie handmatig verstelbare stuwen geplaatst.
Uit de resultaten van de pilot is gebleken dat regelbare drainage geen uitkomst lijkt te bieden om lage grondwaterstanden te verhogen, de veenafbraak van akkerbouwpercelen in het beekdal te verminderen en de nutriëntenuitspoeling te verminderen. Verder kijken naar oplossingen is volgens de onderzoekers het devies. Volgens hen hoort daar ook bij het aanpassen van het landgebruik op veenbodems in de beekdalen aan de gewenste hogere grondwaterstanden.