Skip to main content Skip to main nav

Wat is minimaal nodig om een gebied hydrologisch goed te modelleren? Voorbeeldstudie veenweide met dorpskern

Wat heb je minimaal nodig om een gebied hydrologisch goed te kunnen modelleren? Dit rapport geeft het antwoord op deze vraag. Het bevat de resultaten van en onderzoek naar de functionaliteiten die software voor het simuleren van waterbeweging ten minste moet bezitten.

Het onderzoek richt zich specifiek op de reconstructie van de inundatie van polder De Tol met de daarin gelegen dorpskern Kockengen, in juli 2014. Deze polder is gelegen in het beheergebied van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Van deze polder zijn diverse gedetailleerde modelschematisaties beschikbaar, voortgekomen uit het project Inundatie: Reken Maar! van HDSR in november 2016. Twee van deze modelschematisaties zijn, in samenspraak met HDSR, in het kader van dit onderzoek doorontwikkeld: de schematisatie in HEC-RAS 5.0 en de schematisatie in SOBEK 2.14.

Beide modelschematisaties zijn opgewaardeerd om ze geschikt te maken voor een gevoeligheidsanalyse. Zo is de schematisatie in SOBEK uitgebreid met een neerslag-afvoercomponent en een gedetailleerde rioleringscomponent. Vervolgens is hij opnieuw geijkt. Van de HEC-RAS- schematisatie is de ruimtelijke discretisatie verbeterd.

In de gevoeligheidsanalyse zijn vijf modelaspecten onderzocht:

  • Het wel of niet gebruiken van een neerslag-afvoermodel
  • Het wel of niet gedetailleerd schematiseren van het rioolstelsel
  • Het wel of niet simuleren van kruinbewegingen van stuwen
  • Het wel of niet gedetailleerd schematiseren van peilgrenzen
  • Het kiezen tussen twee natuurkundige stromingsvergelijkingen: de ondiepwatervergelijkingen en de diffusive wave-approximation

In de gevoeligheidsanalyse werd onderzocht in hoeverre het inundatiepatroon verandert als gevolg van de gemaakte keuzes. Daarnaast zijn verschillende algemeen beschikbare neerslag- bronnen met elkaar vergeleken.

Conclusies

  • Het gebruiken van een neerslag-afvoermodel is volgens dit onderzoek onontbeerlijk.
  • Het gedetailleerd modelleren van het rioolstelsel is in dit onderzoek alleen een minimum- vereiste wanneer wordt gekeken naar waterhoogtes binnen de dorpskern.
  • Het kunnen simuleren van kruinbewegingen is in dit onderzoek als minimumvereiste geïdentificeerd.
  • Het goed kunnen schematiseren van peilgrenzen is volgens dit onderzoek een minimum- vereiste voor een modelcode.
  • Het kunnen rekenen met de volledige ondiepwatervergelijkingen is volgens dit onderzoek geen minimumvereiste, maar wordt wel gezien als wenselijk.