In de periode 2018 tot en met 2023 is waterbeherend Nederland meerdere malen geconfronteerd met droogteperioden en de verwachting is dat door klimaatverandering en de huidige opzet van ons waterbeheer de problemen in de toekomst gaan toenemen. Door de droogte verwachten we vaker watertekorten voor diverse gebruikers die hiervan schade ondervinden. Als maatregel wordt in veel gebieden in periode van droogte dan ook water ingelaten van uit de (grote) rivieren. 

Voor veel functies volstaat het aanvullen van water, zodat er voldoende water is. Maar voor natuur geldt daarbovenop dat het aangevoerde of ingelaten water ook van een zekere kwaliteit moet zijn. Zowel droogte als water van een verkeerde kwaliteit kunnen tot langdurige en zelfs onomkeerbare schade leiden. Daardoor staan in tijden van droogte de water- en terreinbeheerders steeds voor de keuze laat ik water in of accepteer ik een verdroogd gebied. 

Bij water- en natuurbeheerders was er dan ook behoefte aan een afwegingskader waardoor er vooraf meer duidelijkheid ontstaat onder welke condities inlaat van gebiedsvreemd water nog wel acceptabel is en wanneer niet. Maar ook aan betere communicatie vooraf tussen waterbeheerders en natuurbeheerders bij inlaat van gebiedsvreemd water. 

Deze vragen hebben geleid tot een praktisch afwegingskader dat water- en terreinbeheerders ondersteunt om te komen tot een keuze voor het wel of niet inlaten van gebiedsvreemd water. Dit kader – een exceltoepassing  – kunt u hieronder downloaden Het bijgaande rapport geeft de inhoudelijk onderbouwing voor het afwegingskader. Advies is om het afwegingskader samen met hydrologen, ecologen van de water- en terreinbeheerders te gebruiken en dit in de niet-droge periode te doen (winter). 

Om te leren omgaan met het afwegingskader worden door STOWA begin volgend jaar werksessies georganiseerd.

Dit onderzoek maakt onderdeel uit van het STOWA kennisprogramma DROOGTE! Meer weten? Ga naar www.stowa.nl/droogte