Laag Nederland in 2050
STOWA en enkele waterschappen in Laag Nederland doen mee met het TKI-project ‘Laag Nederland in 2050’. In dit project wordt onderzocht hoe het landelijk gebied er over dertig jaar uit kan zien en hoe de belangen van stakeholders daarin passen. In het project ontwikkelen de partners visies voor 2050 en beschrijft men de keuzes die daar nu en in de toekomst voor gemaakt moeten worden.
Projectcode |
555.013 |
Uitvoerders |
Wetterskip Fryslan, Waterschap Noorderzijlvest, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, provincies Noord-Holland, Friesland en Zeeland, STOWA, It Fryske Gea, Rijkswaterstaat, gemeenten Amsterdam en Schouwen-Duivenland, KWR, Deltares en WUR. |
Thema |
Klimaatadaptatie, Van kennis naar praktijk |
Startdatum |
|
Einddatum |
|
Tags |
In de discussie rond het klimaat- en waterrobuust maken van laag Nederland wordt vaak het huidige landgebruik als uitgangspunt genomen. Door middel van diverse technische maatregelen in het water- en bodemsysteem wordt getracht de problemen op te lossen en daarmee de huidige situatie in stand te houden. De vraag is of dit, mede door klimaatverandering, op de langere termijn houdbaar is (denk aan 2050 en daarna). Er is behoefte aan ideeën voor de langere termijn waarbij wordt gekeken hoe we het landelijk gebied kunnen gaan inrichten en hoe de belangen van de diverse stakeholders daar in passen.
Het project Laag Nederland 2050 (2021 - 2024) neemt een toekomstbestendig water- en bodemsysteem als uitgangspunt, in plaats van het huidige landgebruik. Op die manier ontstaat er ruimte om andere (niet alleen technische) oplossingen te bedenken die beter om kunnen gaan met specifiek opgaven in een gebied (maaivelddaling, zeespiegelstijging, verzilting, droogte etc.) in een snel veranderende omgeving.
Het is daarbij wel belangrijk om de toekomst zo concreet mogelijk in te vullen qua watersysteem en landgebruik, en niet te blijven hangen in visionaire vergezichten. In dit project werken we vanuit het water- en bodemsturend principe dat ideeën en inspiratie biedt voor mogelijk nieuw landgebruik en inrichting van drie deelgebieden (Friesland, Waterland-Oost, Schouwen-Duivenland). Om de haalbaarheid van de ideeën te waarborgen, is er ook veel aandacht voor bouwstenen van toekomstige verdienmodellen voor de diverse stakeholders. Wij gaan daarbij nadrukkelijk op zoek naar vernieuwde landgebruikstypen, waarbij functies worden gecombineerd of andere functies zoals nieuwe teelten, recreatiemogelijkheden of nieuwe boerderijmodellen, worden geïntroduceerd. Dit proces doen we met stakeholder uit de drie casusgebieden, waarbij we de betrokkenen proberen mee te nemen hoe we van de huidige inrichting van het landelijke gebied binnen een generatie (2050) naar een economisch, sociaal en klimaat- en waterrobuuste inrichting komen.
Partners in dit project zijn: Wetterskip Fryslan, Waterschap Noorderzijlvest, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, provincies Noord-Holland, Friesland en Zeeland, STOWA, It Fryske Gea, Rijkswaterstaat, gemeenten Amsterdam en Schouwen-Duivenland, KWR, Deltares en WUR.
Actueel
In de zomer van 2024 zijn factsheets ontwikkeld over mogelijk nieuwe meervoudige landgebruiksvormen voor vernatte veenweidegebieden. > Download de factsheets
De factsheets zijn opgesteld met het idee te laten zien wat voor opties er zijn als vernatting gerealiseerd wordt, bijvoorbeeld in een water- en bodemsturend scenario. De factsheets zijn gemaakt op basis van expertkennis bij WUR en het raadplegen van (internationale) literatuur. Er zijn factsheets opgesteld voor onder meer de volgende landgebruiksvormen: fruitgewassen in natte omstandigheden, inheemse veengewassen met mogelijkheden tot valorisatie tot hoogwaardige producten, helofytenfilters op groot schaalniveau, regionale beschoeiingshout productie met nog niet eerder beproefde houtige gewassen en het opwekken van hernieuwbare energie.
De factsheets van de nieuwe landgebruiksvormen zijn ontstaan door het bodem- en watersysteem als uitgangspunt te nemen, te zoeken welke gewassen en veesoorten hierbij passen, en te zoeken welke landgebruiksvormen meerwaarde hebben voor natuur en maatschappij. Hieruit hebben de opstellers een selectie gekozen die ook economische potentie heeft. > Meer informatie