Skip to main content Skip to main nav

Snelle detectie van fecale verontreiniging in zwemwater

In dit TKI-project vergelijken we conventionele methoden met nieuwe, snelle methoden om fecale verontreinigingen in zwemwater aan te tonen. Een betere en snellere monitoring van de waterkwaliteit betekent dat recreatie en watergebonden evenementen, zoals Cityswims veilig kunnen plaatsvinden. STOWA is medefinancier van dit project.

Steeds vaker zoeken burgers bij goed weer het water op om te zwemmen en te recreëren. Dat kan soms best massaal zijn. Steden, gemeenten, waterschappen en Rijkswaterstaat spannen zich in om stadswater en aangewezen zwemwaterlocaties toegankelijk en geschikt te laten zijn voor recreanten en sport- en benefietevenementen, zoals City Swims. Dat burgers hierbij moeten kunnen vertrouwen op gezond zwemwater, is uitermate belangrijk. Toch is het voorgekomen dat door sterke verontreinigingen met fecaliën, blauwalgen of rattenurine, zwemmers ziek werden. Daarnaast hebben ook beheerders van zwemwater last van de piekverontreinigingen. Zo kan dit bij strandlocaties leiden tot verlies van de Blauwe Vlag. Om risico’s voor zwemmers te beperken, zijn snelle meetmethoden nodig. Deze brengen variaties in waterkwaliteit op korte termijn goed in beeld. Maar de huidige methoden zijn daarvoor nog te traag en moeten er accuratere meetmethoden komen.

Technologie

Informatie over de microbiologische waterkwaliteit in landelijk en stedelijk gebied is nodig voor het ondersteunen van beslissingen over evenementen. Dat geldt ook voor de actuele stand van zaken rond de veiligheid van zwemwater, inclusief communicatie hierover richting de burger. Een betere en snellere monitoring van de waterkwaliteit betekent dat recreatie en evenementen veilig kunnen plaatsvinden.In dit project vergelijken we conventionele methoden met nieuwe, snelle methoden om fecale verontreinigingen in zwemwater aan te tonen. Naast metingen in het veld vindt validatie van de methoden plaats in het laboratorium. Zo worden onder andere de detectiegrenzen van de methoden bepaald en worden de meetresultaten gekoppeld aan de richtlijnen voor zwemwaterkwaliteit. Daarnaast wordt uitgezocht of de methoden toepasbaar zijn voor oppervlaktewater van verschillende locaties.

Uitdaging

Het project betreft drie deelprojecten. Voor het eerste deelproject is in juni 2020 gestart met de detectie van E. coli, blauwalgtoxine-genen en Leptospiren (ziekte van Weil) op elf zwemwaterlocaties, gebruikmakend van de mobiele qPCR-methode van Orvion (Orvion UDetect). De resultaten hiervan worden vergeleken met de conventionele MPN-methode en de laboratorium-gebaseerde qPCR-methode. In het tweede deelproject wordt op diverse meetlocaties – grachten van Breda, de Waal bij Nijmegen en het Marineterrein in Amsterdam – de BACTcontrol-sensor ingezet voor continue monitoring van E. coli. Deze resultaten worden vergeleken met drie innovatieve mobiele qPCR-methoden (Orvion UDetect, Biomeme en de Sopachem Genesig Q16 van Primerdesign) en de MPN-methode. Tot slot betreft het derde deelproject de eerder genoemde validatie in het laboratorium.

Oplossing

Naar verwachting leveren de nieuwe methoden uit dit onderzoek een accuratere manier om de microbiologische kwaliteit van zwemwater te testen. Daarmee zijn laboratoria die dit werk doen beter in staat om steden en waterbeheerders te ondersteunen. Dit leidt tot gezondere recreatie en een betere leefomgeving.

Betrokken partijen

Aqualab Zuid, Aqualysis, Aquon, Deltares, Gemeente Breda, Hoogheemraadschap van Delfland, Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden, Hoogheemraadschap van Rijnland, KWR Water Research Institute, MicroLAN, Orvion, Partners4UrbanWater, Rijkswaterstaat Oost-Nederland, Sopachem, STOWA, Waternet, Waterproef, Waterschap Brabantse Delta, Waterschap de Dommel