Kwalitatief toetsen: verantwoord overnemen veiligheidsoordeel eerdere toetsingen
Rond 2023 hebben de waterschappen al hun regionale keringen ten minste één keer getoetst en zo nodig verbeterd. De vraag is: wat gebeurt er daarna? Want dit proces is grondig, maar tijdrovend en kostbaar. In dit project wordt gewerkt aan een alternatief voor het faalmechanisme macrostabiliteit binnenwaarts. Daarin speelt het monitoren van de werkelijke sterkte een belangrijke rol. Dit project maakt onderdeel uit van het Ontwikkelingsprogramma Regionale Keringen, fase 4 (ORK, gestart 1 januari 2020).
Projectcode |
479.211 |
Thema |
Waterveiligheid, Aanwijzen, normeren, toetsen en verbeteren |
Startdatum |
|
Einddatum |
|
Verreweg het grootste deel van de regionale keringen is getoetst, en zo nodig versterkt. De veiligheid van veel regionale keringen is inmiddels op orde. Bij gelijkblijvende normen, hydraulische randvoorwaarden en toetsregels is het toetsen dus een kwestie van het vergelijking met het benodigde (ontwerp-) profiel en het aanwezige profiel. Het is daarbij van belang de impact van afwijkingen daarin door in de tijd optredende degradatie / aantasting op het waterkerend vermogen te kennen.
Om de inspanning van toekomstige toetsing te beperken wordt gewerkt aan de methode ‘kwalitatief toetsen’ (werktitel). Inmiddels is in dit verband een concept werkwijze voor macrostabiliteit binnenwaarts voltooid. In dit project wordt dit concept uitgewerkt tot een landelijk toepasbaar concept. Doel daarbij is het concept generiek te ontwikkelen; de daadwerkelijke toepassing vergt afstemming op specifieke lokale kenmerken (bodemopbouw, sterkte-eigenschappen). De lokale uitwerking dient daarom door de beheerders te worden uitgevoerd. Het uitwerken van gedeelde kennisvragen daarbij kan weer wel binnen ORK worden opgepakt.