Skip to main content Skip to main nav

Beoordeling neerslagstatistiek. Meteo-onderzoek ten behoeve van het waterbeheer. Deelrapport 1

Dit rapport bevat de resultaten van een studie waarin is onderzocht of nieuw verschenen neerslaggegevens aanleiding zijn om de in 2019 afgeleide basisstatistiek voor het huidige klimaat te herzien, alvorens de klimaatstatistiek af te leiden. Er wordt geconcludeerd dat de nieuwe gegevens geen aanleiding geven tot het herzien van deze basisstatistiek. De basisstatistiek uit STOWA (2019) wordt daarmee representatief geacht voor het huidige klimaat van 2022. Dit rapport betreft deelrapport 1. van het STOWA project ‘Meteo-onderzoek ten behoeve van het waterbeheer’.

De aanleiding voor dit eerste deelrapport, is de publicatie van KNMI’23 klimaatscenario’s in oktober 2023. Op basis daarvan zullen de klimaatstatistiek en klimaatreeksen worden afgeleid voor het waterbeheer. Aan de basis van deze klimaatstatistiek ligt de basisstatistiek voor het huidige klimaat. Deze basisstatistiek werd gepresenteerd in STOWA-rapport 2019-19. De statistiek werd voor korte duren afgeleid uit meteo-gegevens tot en met 2016, voor lange duren uit meteo-gegevens tot en met 2014 voor lange duren. Sindsdien zijn er nieuwe neerslaggegevens beschikbaar, van de periode 2017 tot en met 2022 voor korte duren en van de periode 2015 tot en met 2022 voor lange duren. In deze studie, gepresenteerd in dit rapport, werd onderzocht of deze nieuwe neerslaggegevens aanleiding zijn om de basisstatistiek voor huidig klimaat te herzien, alvorens de klimaatstatistiek af te leiden.

Voor de beoordeling van de lange duren statistiek zijn de uurmetingen bij De Bilt van 2015 tot en met 2022 eerst gecorrigeerd aan de hand van dagmetingen bij De Bilt, op dezelfde wijze als dit is uitgevoerd voor de gegevens tot en met 2014. Vervolgens is de bestaande reeks van 1906 tot en met 2014 verlengd met de gecorrigeerde gegevens tot en met 2022 en zijn de jaarmaxima van de verlengde reeks voor verschillende duren bepaald. Volgens een gekende methode zijn de overschrijdingskansen van de jaarmaxima bepaald en in een grafiek uitgezet tegen de jaarmaxima. Dit is ook gedaan voor de bestaande reeks. De twee patronen zijn met elkaar vergeleken voor verschillende duren en periodes, gehele jaar (zomer) en winterperiode (NDJF).

Voor de beoordeling van de korte duren statistiek, zijn de 10-minutenmetingen op 31automatische weerstations voor de jaren 2017 t/m 2022 gevalideerd en - indien mogelijk - gecorrigeerd. Deze validatie is een versimpelde en geautomatiseerde variant van de validatie die in STOWA (2018; 2019) door het KNMI werd uitgevoerd. De validatie van 10-minutengegevens bij het KNMI wordt niet standaard uitgevoerd, ondanks het feit dat deze gegevens voor de afleiding van statistiek voor korte duren cruciaal is. Voor dit onderzoek blijkt de versimpelde validatie te volstaan. Voor andere toepassingen zou dit opnieuw moeten worden beoordeeld. Indien de neerslagstatistiek zou (moeten) worden afgeleid ligt het meer voor de hand de validatie (en name het onderdeel aanvullen van ontbrekende metingen) zo goed als mogelijk uit te voeren. De mogelijkheid tot automatisering van de overige validatiestappen zou indien wenselijk verder moeten worden onderzocht.

Na deze validatie zijn de reeksen samengevoegd (‘gepoold’) en is de bestaande gepoolde reeks (op basis van metingen t/m 2016) verlengd met deze nieuwe gegevens. Vervolgens zijn voor de verlengde gepoolde reeks plotposities bepaald en vergeleken met plotposities van de gepoolde reeks van gegevens t/m 2016. Deze vergelijking is per duur en per periode, hele jaar en winterperiode (NDJF), uitgevoerd.

Er wordt voor alle duren en beide periodes, het hele jaar en in de winterperiode (NDJF), geconcludeerd dat de nieuwe neerslaggegevens geen aanleiding geven tot het herzien van de basisstatistiek afgeleid in STOWA (2019). De basisstatistiek uit STOWA (2019) wordt daarmee representatief geacht voor het huidige klimaat van 2022.

De resultaten van het project ‘Meteo-onderzoek ten behoeve van het waterbeheer’ worden vervat in zes deelrapporten, te weten: