Skip to main content Skip to main nav

Beter defosfateren. Vergelijking defosfateringstechnieken voor oppervlaktewater

Dit rapport geeft waterbeheerders een compleet overzicht van beschikbare technieken voor het defosfateren van oppervlaktewater, alsook criteria aan de hand waarvan zij een passende keuze kunnen maken voor specifieke oppervlaktewateren.

Voor het behalen van natuur- en waterkwaliteitsdoelen is systeembegrip noodzakelijk. Voor veel Nederlandse oppervlaktewateren is een hoge toevoer van fosfor een belangrijk knelpunt. Hoewel bronmaatregelen de voorkeur hebben, is in sommige gevallen een end-of-pipe aanpak noodzakelijk om de gewenste waterkwaliteit te bereiken. Hier kan een defosfateringsinstallatie een doorslaggevende rol spelen.

Op basis van een uitgebreide literatuurstudie en praktijkdata uit een enquête onder waterbeheerders zijn verschillende defosfateringstechnieken beschreven en beoordeeld. Het doel van deze rapportage is niet alleen het bieden van een overzicht van de beschikbare technieken, maar het geven van handvatten bij de complexe afwegingen en keuzes die bij de selectie van een defosfateringsinstallatie komen kijken. Elk watersysteem en elke locatie heeft immers unieke kenmerken die de effectiviteit en toepasbaarheid van een techniek bepalen, zoals ruimtegebruik, duurzaamheid, beheervereisten en kosten. Door inzicht te bieden in de voordelen en beperkingen van verschillende technieken, hopen we waterbeheerders te ondersteunen bij het nemen van maatregelen voor het defosfateren van hun oppervlaktewatersystemen.

Het rapport benadrukt dat iedere defosfateringsinstallatie uit meerdere zuiveringsstappen bestaat. Bezinking en/of voorfiltratie is essentieel bij bijna alle technieken, waarna adsorptie of coagulatie noodzakelijk zijn voor verdere fosforverwijdering. Een belangrijke bevinding is ook dat, uit een vergelijking van vraag en aanbod van grondstoffen, de volledige defosfateringsbehoefte niet kan worden voorzien met bijvoorbeeld ijzerzand. Het wordt aanbevolen om onderzoek te doen naar regeneratie en alternatieve adsorptiematerialen; daarvoor worden ook al stappen gezet. Meer praktijkonderzoek naar opkomende technieken is volgens de opstellers van dit rapport ook gewenst, mede omdat deze op lab- en proefschaal lage concentraties in het behandelde water laten zien.

Gedegen monitoring en goede dataverzameling zijn volgens het rapport cruciaal om het succes van een defosfateringsinstallatie vooraf te kunnen bepalen. Precieze metingen voorafgaand aan de implementatie en gedurende de operationele fase bieden de mogelijkheid om de techniek te optimaliseren en eventueel aan te passen aan de plaatselijke omstandigheden.

Het onderzoek is uitgevoerd met financiering van de STOWA, het Hoogheemraadschap van Rijnland, Waternet, het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Waterschap Brabantse Delta, Waterschap Drents Overijsselse Delta en de Provincie Overijssel.