Kennisvragen veen(weiden)
Deze kennisagenda geeft een overzicht van de kennisvragen van waterschappen op het gebied van het terugdringen van bodemdaling en broeikasgasemissie in veenweidegebieden. Het gaat om kennis die waterschappen nodig hebben om mede vorm te geven aan de omslag van voortgaande peilverlaging naar peilverhoging.
Publicatienummer |
2022-06 |
Thema |
Klimaatadaptatie, Van kennis naar praktijk |
Datum |
|
Als gevolg van de ontwatering daalt in landelijke veenweidegebieden de bodem. Dit leidt tot schade aan de infrastructuur, verdroging van natuur- gebieden, extra uitstoot van broeikasgassen, verminderende waterveiligheid en hogere kosten voor het waterbeheer. In het vorig jaar verschenen rapport van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur ‘Stop bodemdaling in veenweidegebieden’ wordt geconcludeerd dat doorgaan met ontwatering in veenweidegebieden ‘op de lange termijn economisch, ecologisch en maatschappelijk onverantwoord’ is.
Om de bodemdaling en broeikasgasemissie in veenweidegebieden terug te dringen is een omslag nodig in het peilbeheer, eventueel in combinatie met andere maatregelen zoals het injecteren van klei. Met name het verhogen van het peil ten opzichte van het maaiveld zal voor onder andere agrariërs in veenweidegebieden ingrijpende gevolgen hebben. Aan die omslag wordt door het Rijk, de provincies, de gemeenten, de grondeigenaren en de water- schappen gewerkt. De provincies werken momenteel aan regionale veenweidestrategieën en het Rijk legt de laatste hand aan een nationaal veenplan.
In deze omslag is een belangrijke rol weggelegd voor de waterschappen als peilbeheerders van de veenweidegebieden. Om deze rol te kunnen vervullen, zijn kennis en inzichten nodig. Bijvoorbeeld kennis over de relatie tussen peilbeheer en bodemdaling en broeikasgasemissies, maar ook inzicht in de veranderende watervraag en waterbeschikbaarheid bij grootschalige toepassing van maatregelen. Vandaar dat STOWA deze kennisagenda heeft opgesteld. STOWA zal de kennisagenda gebruiken als basis voor het agenderen van de kennisvragen bij lopende onderzoeksprogramma's en waar nodig voor het samen met de veenwaterschappen programmeren van onderzoek.