Literatuurstudie naar het effect van baggeren op waterplanten
In dit rapport is de aanwezige literatuur over de effecten van baggeren op waterplanten bij elkaar gebracht. Het rapport helpt waterbeheerders om in te kunnen schatten of baggeren positieve of negatieve effecten zou kunnen hebben op de ecologische waterkwaliteit in het algemeen en waterplanten in het bijzonder, afhankelijk van de omstandigheden.
Publicatienummer |
2024-19 |
Thema |
Waterkwaliteit, Realiseren van ecologische waterkwaliteitsdoelen (KRW) |
Datum |
|
In de Nederlandse sloten en andere watergangen drijven bodemdeeltjes en afgestorven algen- en plantenresten. Deze bezinken en hopen zich langzaam op in een sliblaag op de bodem. Om te voorkomen dat deze te dik wordt en de waterdoorvoer te veel wordt belemmerd, doen de waterschappen in Nederland aan onderhoudsbaggeren. Hierbij wordt de sliblaag op de bodem van de watergang weggehaald. Onderhoudsbaggeren haalt ook een deel van de waterplanten weg en raakt daarmee aan het halen van KRW-doelstellingen. Bij zogenoemd kwaliteitsbaggeren wordt doelgericht gebaggerd om de waterkwaliteit en de groeiomstandigheden voor waterplanten te verbeteren door het verwijderen van de voedselrijke sliblaag en/of het verkrijgen van extra waterdiepte.
Beheerders kunnen nu vaak onvoldoende inschatten hoe en in hoeverre het baggeren deze doelstellingen beïnvloedt. Het effect van baggeren op waterplanten is namelijk complex door de vele natuurlijke processen die daarbij een rol spelen.
Deze literatuurstudie geeft een samenvatting van de beschikbare kennis over de effecten van baggerbeheer op waterplanten en de terugkeer van waterplanten door verschillende overlevingsorganen na het baggeren. De gevonden informatie is beperkt, gefragmenteerd en gaat vooral over voedselrijke stilstaande wateren. In dit soort systemen leidde baggeren vaak niet tot een grote verbetering in watervegetatie, maar verschoof de dominantie tussen soorten.
Gefaseerd baggeren lijkt een positief effect te hebben op de plantendiversiteit. Er is weinig onderzoek naar de verschillen tussen de methoden van baggeren en als dat wel was onderzocht, werden geen grote verschillen gevonden. Diepte, nutriëntenrijkdom en toestand van de bodem hebben een grote invloed op de watervegetatie en baggeren heeft via deze parameters een indirecte en daardoor complexe invloed op waterplanten.
Een grafische samenvatting voor beheerders van watersystemen en beleidsmedewerkers geeft een beeld onder welke omstandigheden positieve of negatieve effecten van baggeren op waterplanten te verwachten zijn. De studie sluit af met een overzicht van de belangrijkste kennishiaten en suggesties voor praktijkonderzoek.
Het project is uitgevoerd in samenwerking met de Themagroep Waterbodem van de Unie van Waterschappen.