Modellering van de impact van thermische energie uit oppervlaktewater (TEO) op ecologie. Verkenning van de effecten van een TEO-installatie in een virtuele case van een ondiep meer
In deze ecologische modelstudie is een verkenning uitgevoerd van de ecologische effecten van het terugwinnen van warmte uit oppervlaktewater. Hiervoor is het ecologische model PCLake+ toegepast op een ondiep, klein, geïsoleerd meer. De reden voor deze keuze is dat een dergelijk watertype waarschijnlijk gevoelig is voor de invloed van afkoeling door koudelozingen uit een TEO-installatie. Ook passeert in korte tijd een groot deel van het watervolume de TEO-installatie. Hierdoor is ook de mogelijke impact van passage relatief groot.
Publicatienummer |
2023-29 |
Thema |
Energietransitie, Produceren van energie (o.m. aquathermie) |
Datum |
|
De directe effecten van een TEO-installatie zijn afkoeling van het oppervlaktewater en mogelijk ook schade aan micro-organismen door het passeren van de TEO-installatie. De modelstudie berekende voor verschillende scenario’s welke gevolgen de directe en indirecte effecten hebben voor de productie van het ecosysteem. Door afname van productie veranderen niet alleen de hoeveelheid waterplanten en algenconcentraties. Met het model werd ook de invloed hiervan op zoöplankton en vispopulaties doorgerekend. In totaal zijn er 1170 verschillende combinaties van temperatuur, nutriëntenbelasting, weerjaren, innamedebieten en troebele of juist heldere begintoestand doorgerekend.
Uit de verkenning komt naar voren dat zowel de afkoeling als het passeren van de installatie aanzienlijke effecten kunnen hebben, zowel positief als negatief. Welk effect de overhand heeft, hangt onder meer af van de voedselrijkdom in het water. Bij omstandigheden met lage voedselrijkdom zijn de effecten van afkoeling van grotere invloed dan de effecten van passage van de TEO-installatie. Onder meer voedselrijke situaties worden de effecten van passage juist belangrijker. In voedselarme situatie zullen bij afkoeling van meer dan 5 graden Celsius waterplanten verdwijnen. In voedselrijkere situaties, kan de juiste mate van filtering (door de TEO-installatie) juist helpen om het water helderder te maken en daarmee plantengroei te stimuleren. Bij grotere wateren en wateren die in contact staan met andere wateren, zullen de effecten anders en veel minder duidelijk zijn.
Wanneer veel water de installatie passeert, kan dit gepaard met negatieve effecten voor vissen. Jonge vissen en vislarven kunnen beschadigd raken en ook is er mogelijk minder voedsel aanwezig doordat het zoöplankton schade ondervindt. De verhoudingen tussen innamedebieten en het watervolume van het oppervlaktewater en de natuurlijke waterverversing zijn daarom van belang. Over hoeveel schade organismen daadwerkelijk ondervinden als ze een TEO-installatie passeren, is op dit moment echter nog weinig bekend.
Al met al geeft deze modelstudie eerste inzichten in de mogelijke effecten van TEO. De studie biedt handvatten voor het beperken van negatieve effecten bij voedselarme wateren en zicht op kansen om de kwaliteit van troebele wateren te verbeteren.