Werkinstructie bemonstering en chemische analyse medicijnresten in rwzi-afvalwater t.b.v. bijdrageregeling ‘zuivering medicijnresten’ (IenW)
In deze werkinstructie wordt beschreven welke methode gehanteerd wordt om de zuiveringsprestaties van demo-installaties voor vergaande verwijdering van microverontreinigingen, zoals medicijnresten, chemisch te monitoren en op welke wijze deze eventueel gecombineerd kan worden met de reguliere bemonsteringen.
Publicatienummer |
2024-43 |
Thema |
Waterkwaliteit, Nieuwe stoffen |
Datum |
|
In de bijdrageregeling ‘zuivering medicijnresten’ voor het chemisch monitoren van de zuiveringsprestaties van de demo-installaties van vergaande zuiveringstechnieken heeft het ministerie van IenW een minimaal zuiveringsrendement van 70 procent vastgelegd, berekend over de gehele reguliere rwzi inclusief vergaande zuiveringstechniek. Uit STOWA-onderzoek is gebleken dat de huidige werkinstructie (versie 0.7, 3 april 2020) op het gebied van bemonstering niet representatief is en een (te) grote spreidingin berekende verwijderingsrendementen oplevert[1]. Op basis hiervan is een voorstel gedaan voor aanpassing van de bemonstering. Deze is in overleg met de ILOW-laboratoria en betrokken waterschappen in deze werkinstructie verder uitgewerkt.
In deze werkinstructie wordt beschreven welke methode gehanteerd zal worden om de zuiveringsprestaties van de demo-installaties chemisch te monitoren en op welke wijze deze eventueel gecombineerd kan worden met de reguliere bemonsteringen. Deze werkinstructie vervangt de tot nu toe geldende ‘Voorlopige werkinstructie versie 0.7, 3 april 2020’ en het onderdeel bemonstering conform het koepelvoorschrift STOWA 2021-15. Door het gebruiken van een éénduidige bemonsterings- en analysemethode wordt het mogelijk een goede vergelijking van de zuiveringsprestaties tussen de vergaande zuiverings- technieken te maken. De voorliggende werkinstructie beschrijft de werkwijze waarop de chemische monitoring o.a. aan de hand van de 11 door IenW geselecteerde gidsstoffen dient plaats te vinden en de meetresultaten te worden vastgelegd. Bij voortschrijdend inzicht tijdens het ‘lerend implementeren’ en vanwege aankomende EU-wetgeving kan de werkwijze worden aangepast.
De werkinstructie voor de biologische effectmonitoring (bioassays) bij vergaande zuivering van het RWZI-effluent (versie 0.8, 2023) wordt parallel aangepast aan deze werkinstructie. In bijlage 1 wordt aangegeven welke punten hiervoor van belang zijn. De onderhavige werkinstructie focust zich verder op de chemische monitoring.