Skip to main content Skip to main nav

Waterhergebruik. Rwzi als bron voor zoetwater

Hoe blijven we zorgen voldoende zoet water van goede kwaliteit, voor landbouw, natuur, industrie en huishoudens? Kunnen we afvalwaterzuiveringen omcatten tot 'waterfabrieken' die water gaan produceren voor een robuuste zoetwatervoorziening? Wat levert dat op voor de ene sector én wat zijn de consequenties hiervan voor andere sectoren in het watersysteem? Die vragen beantwoorden STOWA en KWR in dit project. Hierin worden in een conceptueel model de kansen en risico’s van nieuwe verbindingen in waterstromen tussen sectoren inzichtelijk gemaakt. Dat moet duidelijk maken hoe de wisselwerking is tussen watervraag en wateraanbod én wat de effecten van benutting van uiteenlopende waterstromen, bijvoorbeeld op (grond)water voor drinkwaterwinning en natuur.

Voldoende zoetwater, voor alle gebruikers en functies. Ook in Nederland wordt het een steeds grotere uitdaging. We worden door het veranderende klimaat steeds vaker geconfronteerd met droogteschade aan landbouw en natuur. Ons huidige watersysteem is vooral lineair ingericht en focust zich veelal op het voorkómen van wateroverlast. Water wordt om die reden snel afgevoerd uit gebieden. In de zomer, bij weinig wateraanbod, neemt de druk op het grondwater echter steeds verder toe. Om de risico’s beheersbaar te maken, worden, onder meer binnen het Deltaprogramma Zoetwater, strategieën ontwikkeld om de zoetwatervoorziening op de lange termijn veilig te stellen

Lokaal en regionaal wordt nu al volop gewerkt aan zelfvoorziening en aan het zo efficiënt mogelijk gebruiken van het beschikbare zoetwater. Maar om de zoetwatervoorziening op de langere termijn op peil te houden, is volgens veel deskundigen meer nodig. Sectoren moeten zich met elkaar verbinden, in plaats van apart te zoeken naar een oplossing voor zoetwaterbeschikbaarheid. Bijvoorbeeld door hergebruik van restwaterstromen, zoals water uit de zuivering, voor landbouw en industrie. Waterhergebruik biedt kansen om een bijdrage te leveren aan een robuust zoetwatersysteem waarin de druk op het grondwater minder wordt.

Tot 'waterfabrieken' omgebouwde rwzi's produceren schoon water dat geschikt is voor uiteenlopende doeleinden, bijvoorbeeld voor voeding van een nabijgelegen beek, of aanvulling van het grondwater. Dit kan de behoefte aan bijvoorbeeld grondwateronttrekking verminderen, waardoor de zoetwaterbeschikbaarheid voor de overige gebruikers (natuur, landbouw) wordt vergroot. Op deze manier ontmoeten de waterketen en het watersysteem elkaar; alleen samen kunnen ze een verantwoorde benutting, aanvulling en hergebruik van ons zoetwater realiseren.

De grote vraag is: hoe ziet die gezamenlijkheid van waterketen en watersysteem eruit en wat heeft dat voor effect? Daarvoor brengen STOWA en het programma Water in de Circulaire Economie (WiCE) bij KWR alle zoetwaterwaterverbindingen in kaart. Dat gebeurt in een conceptueel model van waterstromen tussen sectoren in het watersysteem. In dit model wordt ook het benutten van effluentstromen (waterketen) voor de zoetwatervoorziening (watersysteem) gekwantificeerd. Hiermee maken de onderzoekers de samenhang/wisselwerking tussen watervraag en wateraanbod (van uiteenlopende sectoren) inzichtelijk én worden de effecten van nieuwe benutting van waterstromen op bijvoorbeeld drinkwaterwinning en natuur duidelijk.

Pilots
Het model wordt concreet uitgewerkt voor enkele pilotgebieden, met verschillende karakteristieken. Denk daarbij aan het type watersysteem, grootte van de waterzuiveringen, areaal landbouw en natuur, type industrie, en stellen met betrokkenen uit de verschillende sectoren een blauwdruk op voor toepassing van de werkwijze in andere gebieden in Nederland. Zo maken we belang en de potenties van verdergaande zuivering van restwater voor verantwoorde inzet van effluent in het watersysteem inzichtelijk, en kwantificeren we de kansen die Waterfabrieken bieden voor een robuuste zoetwatervoorziening.

Dit project draagt bij aan inhoudelijke invulling van het thema ‘waterhergebruik en de zoetwatervoorziening’, waarbij sectoren worden verbonden (waterschappen, drinkwaterbedrijven, landbouw, natuur, industrie) en de samenhang tussen waterketen en watersysteem wordt verbeterd.