Technisch-juridische handreiking risicobeoordeling ‘ondergrondse waterberging'
Dit rapport geeft handvatten voor een beoordeling van de risico’s van het gebruik van systemen waarbij zoetwater (tijdelijk) in de bodem wordt geïnfiltreerd om dat later te gebruiken. Bestaande juridische kaders worden geschetst en er worden beslisbomen gepresenteerd waarmee de risico’s kunnen worden beoordeeld. Samen biedt dit een beoordelingskader, dat past binnen de vigerende wet- en regelgeving.
Publicatienummer |
2015-35 en 35A |
Thema |
Klimaatadaptatie, Zoetwatertekort & droogte |
Datum |
|
Het klimaat verandert. Dat heeft onder meer tot gevolg dat ons land te maken krijgt met meer droogte gedurende langere perioden. De afgelopen jaren zijn met het oog hierop tal van (kleinschalige) maatregelen beproefd die waterbeheerders en watergebruikers (met name boeren en tuinders) kunnen treffen om de zoetwaterzelfvoorzienendheid te vergroten.
Er is onder meer gekeken naar het gebruik van de ondergrond als tijdelijk opslagmedium voor zoetwateroverschotten. Deze overschotten kunnen boeren en tuinders vervolgens op een later tijdstip terugwinnen en gebruiken. Deze methode staat bekend als ‘ondergrondse waterberging, kortweg OWB. Er zijn inmiddels diverse, innovatieve OWB-systemen beschikbaar. Veel daarvan hebben hun waarde al bewezen in veldproeven.
Kenmerkend voor OWB is dat zoetwater wordt geïnfiltreerd in de bodem, waarna het daar enige tijd verblijft. Gedurende die tijd verandert en/of verbetert het water mogelijk van samenstelling. Op het moment dat een zoetwatervraag ontstaat wordt dit geïnfiltreerde zoetwater weer aan de ondergrond onttrokken. Er kan geïnfiltreerd worden met oppervlaktewater, drainagewater, afvalwater of hemelwater. Door de grote verscheidenheid aan technische systemen en te in infiltreren watertypen is het van belang risico’s voor milieu en gezondheid te beoordelen.