Slibontwatering met elektro osmose
In dit rapport worden de resultaten beschreven van een pilotonderzoek naar de elektro osmose van ontwaterd slib op rwzi Nieuwgraaf. Hieruit komt naar voren dat elektro osmose een technisch haalbare en duurzame route kan zijn voor de verwerking van slib; er wordt een droge-stofgehalte bereikt van minimaal 40 procent. Maar om verdere conclusies te kunnen trekken over de capaciteit, financiële haalbaarheid en duurzaamheid van elektro osmose moet met een grotere installatie een duurtest worden uitgevoerd.
Publicatienummer |
2021-56 |
Thema |
Energietransitie, Energiebesparing |
Datum |
|
In Nederland is er onvoldoende verwerkingscapaciteit om al het ontwaterd slib binnen de Nederlandse grenzen te verwerken. Een deel van het slib wordt in België en in Duitsland verwerkt. De Unie van Waterschappen heeft het zogenaamde 'Robuust plan' ontwikkeld om te voorkomen dat bij een langdurige uitval van een slibeindverwerker het slib gestort zou moeten worden.
Het zuiveringsslib in Nederland wordt verwerkt via een aantal routes: voornamelijk mono-verbranden maar ook multi-verbranding, compostering plus biogranulaatverwerking en thermische droging en granulaatverwerking. Mono-verbranden is nagenoeg energie-neutraal, hetgeen wat betekent dat er na verbranding geen energie resteert. De calorische waarde van het slib is nodig om het aanwezige water in de slibkoek te verdampen. Een techniek die zowel een oplossing kan leveren voor een capaciteitsprobleem als de duurzaamheid van de slibeindverwerking kan verbeteren, is het verdergaand ontwateren van slib via elektro osmose. Deze techniek vereist elektriciteit om aanzienlijk hogere droge-stofgehaltes te bereiken, waardoor het volume aan slib fors wordt gereduceerd.
In deze studie is de innovatieve NEO techniek getest om slib verdergaand te ontwateren. NEO staat voor de Nijhuis Electro Osmosis Dehydrator, geleverd door de Koreaanse firma Fine inc. De NEO is op pilotschaal getest op twee soorten Nederlands zuiveringsslib; uitgegist slib van rwzi Nieuwgraaf en niet vergist surplusslib van de rwzi’s Winterswijk en Ruurlo. De NEO is in staat gebleken om hoge droge-stofgehaltes te bereiken (35-60%) met een gemiddelde van 43%. Hiermee is het doel om een droge-stofgehalte van minimaal 40% te halen bereikt.
De installatie die in de periode februari tot en met april 2020 getest werd op rwzi Nieuwgraaf, bleek niet in staat om de door de leverancier (Fine inc) opgegeven capaciteit en energiegebruik te behalen. Bovendien viel het afscheidingsrendement van de installatie te laag uit. Het gemiddelde energieverbruik tijdens de pilot was twee keer zo hoog als door de leverancier opgegeven; de capaciteit van de machine bleef achter bij de opgegeven capaciteit. Deze mindere prestaties hangen volgends de leverancier samen met de aard van de pilotinstallatie die niet continu bedreven kan worden. Een duurtest met een full scale NEO is noodzakelijk om vast te stellen of de NEO daadwerkelijk in staat is om de opgegeven capaciteit te realiseren tegen het opgegeven energieverbruik.