Slibontwatering: relatie tussen variabiliteit van slib, PE en ontwateringsresultaat
Het doel van het project is de kosten en milieu-impact van slibontwatering te verlagen door beter inzicht te krijgen in de invloed die variaties van slib en de kwaliteit van het gebruikte polymeer (PE) voor slibontwatering, hebben op het uiteindelijke ontwateringsresultaat (drogestofpercentage en PE-verbruik).
Projectcode |
432.711 |
Uitvoerders |
RHDHV, Aiforo en TUD |
Thema |
Energietransitie, Energiebesparing |
Startdatum |
|
Einddatum |
|
Tags |
De ontwateringsresultaten van zuiveringsslib zijn slib- en seizoensafhankelijk. Bovendien blijken sommige ingrepen (PE-keuze, het toevoegen van Mg of Fe) voor de verbetering van de ontwaterbaarheid op een bepaald moment een positief effect te hebben, terwijl dezelfde ingrepen op een later moment een beperkt effect hebben. De bedrijfsvoering van de slibontwatering is daarvoor vaak gebaseerd op trial-and-error en een blijvend optimaal ontwateringsresultaat vereist veel toezicht of vergaande automatisering.
Dit project beoogt op een gestructureerde manier inzicht te verkrijgen in de invloed van variaties in slib en PE-kwaliteit. Een aandachtspunt is dat de voorhanden meetmethoden allemaal beperkingen hebben zodat vooraf niet zeker is welke methoden het meeste inzicht geven. Daarnaast is er sprake van verschillende soorten slib zoals uitgegist Bio-P slib en uitgegist chemisch-P slib.
Er worden in het project twee verschillende zuiveringen geselecteerd waar voornamelijk Bio-P dan wel Chemisch-P slib vergist wordt en er relatief weinig extern slib aangevoerd wordt. Op elke zuivering wordt het te ontwateren slib elk seizoen volledig geanalyseerd op gedetailleerde slibsamenstelling en componentenniveau. Deze meting wordt tevens gedaan wanneer de slibontwatering verslechtert en de instellingen aangepast worden op de gekozen rwzi’s. De bedrijfsvoerders zullen regelmatig metingen (DS en OS) aan in- en uitgaande stromen van de ontwateringsstap uitvoeren. Door het te ontwateren slib van elk seizoen volledig te analyseren en dit ook te doen als de ontwatering verslechtert, wordt enerzijds beoogd om inzicht te krijgen op welke wijze verschillende parameters de ontwatering beïnvloeden en anderzijds om vast te stellen of makkelijk te meten parameters, zoals bijvoorbeeld CST en colloïdaal COD, toegepast kunnen worden als indicators voor optimalisatie van de ontwatering.
Dit onderzoek zou ook kunnen leiden tot een goede probleemdefinitie voor meer fundamenteel onderzoek naar de relatie tussen slibkwaliteit en slibontwatering. Voor het onderzoek zijn twee zuiveringen uitgekozen met de vermelde slibsoorten waarvan rwzi Harnaschpolder is uitgerust met een gisting en centrifuges en rwzi Bath met een gisting en zeefbandpersen. Er wordt weinig tot geen extern slib aangevoerd om invloeden hiervan te beperken.