Circulair asset management waterschappen
Om de afgesproken circulariteitsdoelstellingen te halen, hebben waterschappen behoefte aan beter inzicht in het materialengebruik in objecten en recent uitgevoerde projecten om een nulmeting te maken, een strategie voor circulair asset management en op basis daarvan in de toekomst circulair te beheren, te ontwerpen en aan te besteden. In dit project worden tools en instrumenten ontwikkeld om dit inzicht te creëren.
Projectcode |
433.216 |
Uitvoerders |
Witteveen+Bos, metabolic |
Thema |
Circulaire economie, Van kennis naar praktijk |
Startdatum |
|
Einddatum |
|
Tags |
In het het Grondstoffenakkoord hebben waterschappen met het Rijk en ca. 400 andere organisaties de ambitie onderschreven om gezamenlijk te streven naar een circulaire economie in 2050. Als tussendoelstelling is afgesproken om in 2030 al 50 procent minder primaire grondstoffen te gebruiken, door in te zetten op levensduurverlenging, vermindering van het grondstoffengebruik en toepassen van secundaire (hergebruikte) grondstoffen. In de transitieagenda Bouw is afgesproken dat in 2023 100 % circulair wordt uitgevraagd en in 2030, 100 % circulair aanbesteed. Daarnaast is het circulair aanbesteden en bouwen essentieel om de CO2-emissie te verminderen en klimaatdoelen te bereiken.
Waterschappen zijn ieder op hun eigen manier bezig om beleid, maatregelen en activiteiten te bepalen waarmee aan deze doelen kan worden bijgedragen. Om te bepalen waar ze staan in deze grondstoffentransitie hebben veel waterschappen de afgelopen jaren hun grondstofstromen in kaart gebracht. Hierbij is doorgaans een focus geweest op ingaande en uitgaande energie-, water- en grondstofstromen terwijl materiaalgebruik in projecten en materiaalvoorraden in objecten van het waterschap veelal onderbelicht zijn gebleven.
Circulaire economie is een opkomende transitie die zorgt voor een ander perspectief op materialen en grondstoffen. Waterschappen zijn het daardoor nog niet gewend om een administratie bij te houden van het materialengebruik in projecten en de materiaalvoorraden die zij middels vaste objecten in hun beheer hebben. Enkele waterschappen hebben al voor een aantal objecten in hun areaal of nieuwbouw projecten de gebruikte materialen, elementen, en daarmee gepaard gaande ingebedde milieu-impact in kaart gebracht. Dat bleken arbeidsintensieve inventarisaties te zijn. Daarnaast wordt incidenteel al wat ervaring opgedaan met materialenpaspoorten en -marktplaatsen, maar een goede aanpak voor het bepalen en monitoren van het materialengebruik in (bestaande en nieuw te bouwen) objecten van waterschappen is er nog niet.
Door het ontbreken van deze informatie kunnen waterschappen geen betrouwbare analyse maken van hun materialenvoorraden en missen ze essentiële informatie om te komen tot circulaire assetmanagement strategieën. Nu zijn er relatief weinig referentieprojecten voorhanden om deze informatie uit te onttrekken. Tenslotte, kunnen waterschappen zonder deze informatie geen goede nulmeting doen van het materialengebruik en is het bepalen van een CE-strategie en monitoring erg moeilijk. Kortom: er is behoefte aan beter inzicht in het materialengebruik in objecten en recent uitgevoerde projecten van waterschappen om een nulmeting te maken, strategie te bepalen en op basis daarvan circulair te beheren, te ontwerpen en aan te besteden. Dit project moet dat inzicht verschaffen