Skip to main content Skip to main nav

Redeneerlijn en procesbeschrijving ‘bergingsgebieden’

In Nederland zijn onder andere door de waterschappen gebieden ingericht met een functie waterberging. In de praktijk zijn er vele verschillende type waterbergingsgebieden. Bij het aanwijzen, inrichten en juridisch borgen van gebieden voor waterberging spelen een aantal dilemma’s. In dit project werken wij aan een redeneerlijn die waterbeheerders helpt bij besluitvorming rond het aanwijzen van gebieden voor waterberging. Foto: Waterberging bij Schalwijk, c. Wikicommons/Jan Dijkstra.

In Nederland zijn onder andere door de waterschappen gebieden ingericht met een functie waterberging. Deze gebieden worden in gebruik genomen als het regionale watersysteem de hoeveelheid neerslag niet kan verwerken. Met de inzet van deze gebieden wordt maatschappelijke ontwrichting en schade als gevolg van ongecontroleerde wateroverlast voorkomen of beperkt. De verwachting is dat als gevolg van de toenemende kans op extreme neerslaggebeurtenissen door klimaatverandering (zowel qua intensiteit als ruimtelijke omvang) en de toenemende druk van verstedelijking (woningbouw en bedrijventerreinen) de noodzaak groeit om gebieden voor waterberging aan te wijzen en in te richten. Het besef groeit dat de capaciteit van het regionale watersysteem zonder aanvullende gebieden voor waterberging ontoereikend is om extreme neerslaggebeurtenissen op te vangen. Om maatschappelijke ontwrichting en schade te voorkomen, zal er dus meer ruimte voor waterberging moeten worden gerealiseerd.

Bij het aanwijzen, inrichten en juridisch borgen van gebieden voor waterberging spelen een aantal dilemma’s. Kort samengevat zijn dat:

  • Het is voor waterbeheerders niet voldoende duidelijk of het nodig is om gebieden voor waterberging in te richten en hoe de verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn verdeeld.
  • In de praktijk zijn er verschillende vormen van gebieden voor waterberging. De juridische status verschilt tussen begrippen als bergingsgebied, inundatiegebied en noodoverloopgebied. Voor beheerders en belanghebbenden zijn deze verschillen niet altijd duidelijk.
  • Het tijdelijk bergen van overtollig water kan effecten hebben op een gebied (afhankelijk van de frequentie, het seizoen en duur bijvoorbeeld op vegetatie, bodem en grondwater). Deze effecten zijn in de praktijk niet altijd voldoende in beeld en/ of spelen een beperkte rol bij het aanwijzen van gebieden).
  • Het aanwijzen en inrichten van gebieden kan belangen van gebiedspartners raken en vraagt om gericht omgevingsmanagement.

De STOWA-commissie wateroverlast heeft daarom de volgende centrale vraag geformuleerd:

Hoe komen waterschappen, provincies en gemeenten tot afspraken, gezamenlijke (werk)processen en een rolverdeling die waterschappen in staat stelt om ‘waterbergingsgebieden’ aan te wijzen en te gebruiken tijdens extreme neerslaggebeurtenissen?

Beoogd resultaat

In dit project werken wij toe naar twee rapporten:

  1. Een rapportage met een redeneerlijn met achtergrondinformatie die waterbeheerders helpt bij de overweging om gebieden voor waterberging aan te wijzen. In de rapportage en redeneerlijn komen in ieder geval naar voren: eenduidige definities van typen waterbergingsgebieden, verdeling taken en bevoegdheden, inhoudelijke onderbouwing, beschikbare instrumenten, relatie met normering wateroverlast/ waterkeringen en een mogelijke voorkeursvolgorde in geval van dreigende calamiteiten.
  2. Een gedragen procesbeschrijving in de vorm van een illustratie (en toelichting) voor het aanwijzen van gebieden die getoetst is aan praktijkervaringen en behoeften van waterbeheerders. 

Context: Verschillende typen waterbergingsgebieden

In de praktijk zijn er verschillende typen waterbergingsgebieden. Wat deze typen gemeen hebben is dat het gaat om gebieden waar gecontroleerd water wordt ingelaten, geïnundeerd of vastgehouden met als doel om maatschappelijke ontwrichting en schade door (ongecontroleerde) wateroverlast te voorkomen of te beperken. Voor deze verschillende typen gebieden worden in de praktijk de volgende termen gebruikt:

  • Bergingsgebied                                                                     
  • Inundatiegebied
  • Noodoverloopgebied
  • Overstroombaar boezemland/ beekdal
  • Piekberging
  • Vasthoudpolder
  • Klimaatbuffer

Deze typen waterbergingsgebieden verschillen onderling op de volgende aspecten:

  • De wijze waarop waterberging hydrologisch functioneert: actief inlaten, gecontroleerd inundatie of gecontroleerd vasthouden.
  • De mate van beschikbaarheid: hoofdbestemming waterberging en dus altijd beschikbaar of dubbelbestemming waterberging en alleen in uitzonderlijke situaties beschikbaar.
  • De relatie met de provinciale normering wateroverlast: bergingsgebied om te voldoen aan de normering en gebieden die alleen bij calamiteiten (bovennormatief) worden ingezet.
  • Juridische status van gebieden: op welke wijze zijn de gebieden ruimtelijk vastgelegd en door wie (alleen waterbeheerder of ook door provincie of gemeenten).

Naast de verschillende typen gebieden is ook de ordening in de crises situatie van belang. Hoe verhouden de verschillende typen waterberging zich tot elkaar? En welk type waterberging wordt bij een dreigende calamiteit als eerste ingezet? Welke voorkeursvolgorde dan wel escalatieladder is aan de orde?

Planning

Het traject wordt naar verwachting in september 2025 afgerond en wij organiseren een landelijke bijeenkomst in oktober 2025.