Praatplaat Naar een klimaatbestendig beekdallandschap
Klimaatverandering is een hot item. We moeten ons aanpassen aan, en rekening houden met grotere weersextremen, droog en nat. Ook in de beekdalen. We willen graag weten HOE we komen tot een klimaatbestendig beekdal. Maar daarvoor dien je eerst te weten WAT dat is. De Praatplaat klimaatbestendig beekdallandschap - gemaakt door experts - helpt daarbij.
Publicatienummer |
2019-34 |
Thema |
Klimaatadaptatie, Wateroverlast |
Datum |
|
In de afgelopen decennia zijn de meeste beekdalen gedraineerd. Beken zijn rechtgetrokken, overgedimensioneerd en verstuwd. Het landgebruik is geïntensiveerd. Op deze wijze is het waterbeheer in beken gereguleerd voor afvoercapaciteit en waterpeilbeheer, maar onvoldoende ingericht voor het opvangen van kortstondige overschotten en langduriger perioden van tekorten. Dit is de laatste jaren duidelijk zichtbaar geworden. Bovendien heeft deze ontwikkeling geleid tot een verslechterde waterkwaliteit en een verlies aan biodiversiteit en natuurlijk functioneren van onze beekdallandschappen. De Community of Practice Beken en Rivieren pleit voor een zo natuurlijk mogelijk en integrale aanpak voor het realiseren van een klimaatbestendig beekdallandschap. Het uitgangspunt daarbij is: Natuurlijk waar het kan, technisch waar het moet.
Onbalans
De relatie tussen de fysieke ondergrond (de bodem en het watersysteem) en het gebruik daarvan om te wonen en te werken is in de loop van de vorige eeuw in onbalans geraakt: het gebruik lijkt los te staan van de draagkracht van de bodem en het water. Het inzicht dat een beekdal een systeem is waarin alles met elkaar samenhangt, van bovenstrooms naar benedenstrooms, van beek en bodem lijkt verdwenen. Inzicht in het fysieke systeem en het gebruik daarvan, helpen om op een meer klimaatbestendige wijze te gaan wonen en werken.
Met de huidige vooruitzichten over klimaatontwikkeling wordt nog duidelijker dat niet alles overal (meer) kan. De huidige inrichting en het gebruik gaan niet samen met wat een gezond en goed functionerend beekecosysteem en beekdallandschap nodig hebben. De klimaatverandering doet er dus nog een schepje bovenop de problemen die er al waren: uitputting van de bodem, wateroverlast en -tekorten, hitte stress. Voorwaarden voor klimaatbestendiger landgebruik omvat zowel de aanpak voor wateroverschotten en -tekorten.
Voorwaarden
Belangrijke voorwaarden voor het natuurlijk functioneren van het beekdal en de beek zijn het herstel van de bodem om water langer vast te houden, een meer gedempte afvoer van hoogwater en voldoende basisafvoer voor droge perioden, vrije afstroming en een goede waterkwaliteit. De beek en het beekdal staan daarbij met elkaar in verbinding via geleidelijke land-waterovergangen.
Op welke wijze is dit inpasbaar in een dichtbevolkt landschap met afwisseling van steden, industrie, landbouw en natuur? Hoe zorgen we dat we dat als maatschappij zien en er naar handelen?
De filosofie voor de keuze van de maatregelen is gebaseerd op de principes: water vasthouden, bergen of afvoeren. Vasthouden doe je bovenstrooms, op de hoge gronden. Benedenstrooms redeneer je steeds meer vanuit het bergen van water en ten slotte naar het afvoeren. Daarbij is het van belang te denken in combinaties van verschillende maatregelen. Gezamenlijk kunnen deze zo effectief en natuurlijk mogelijk de consequenties van klimaatverandering (dat wil zeggen veranderde seizoenspatronen en extremen in neerslag, droogte en opwarming) opvangen. De keuze van maatregelen is dus locatie afhankelijk. Ook het landgebruik speelt daarbij een rol.
Voorbeelden
Her en der in ons land zijn er al voorbeelden te vinden hoe dit aangepakt kan worden. Zo zijn er plannen gemaakt voor een klimaatrobuust beekdal van de Loobeek en voor een natuurlijke klimaatbuffer in het Geuldal. Bij de Loobeek ligt er een breed palet van maatregelen dat uitgevoerd gaat worden. Hierbij werken provincie, waterschap en gemeentes samen. De meerwaarde hiervan is dat verschillende doelstellingen op het gebied van water, natuur, landbouw, stad en recreatie slim worden gecombineerd en dat er zaken worden gerealiseerd die een partij alleen vaak niet had kunnen uitvoeren.
In het Geuldal wil men herstel van bron tot monding realiseren, met een natuurlijke waterberging waarbij de afvoer van regenwater vertraagd wordt en grondwater wordt vasthouden. Een verbetering van de waterkwaliteit bereikt worden door aangepaste landbouwmethodes en verminderde erosie. Dit moet leiden tot een verhoogde biodiversiteit, een aantrekkelijk(er) landschap en daarmee een sterkere recreatieve beleving.
Grensoverschrijdend
Bij het plannen en realiseren van effectieve maatregelen is het zaak om grensoverschrijdend te denken en samen te werken, vanuit verschillende invalshoeken. Bijvoorbeeld vanuit beheergrenzen: waar is de maatregel (kosten)effectief? In mijn eigen beheergebied of in het gebied van de naastgelegen gemeente, de naastgelegen provincie of het aangrenzende waterschap? Is het een maatregel die door overheden getroffen kan worden, of zijn de gebruikers hier aan zet? Ook het landgebruik speelt bij de keuze voor het type maatregel een rol. Is het huidige landgebruik in het toekomstige klimaat nog passend of extensiever wel mogelijk? Wanneer er teveel vanuit een enkele functie en binnen de eigen kaders gedacht wordt, leidt dat tot een niet uitgebalanceerd, ineffectief samenraapsel van maatregelen met weinig winst.
Praatplaat
De 'Praatplaat klimaatbestendig beekdallandschap' brengt het bovenstaande letterlijk 'in beeld'. Het vormt een uitnodiging en uitdaging om vraagstukken voor klimaatbestendigheid in stroomgebieden van beken en rivieren op bovenstaande wijze aan te pakken. De tekeningen van de praatplaat zijn gemaakt door studio Ronald van der Heide.
Het beekdal is een systeem - de onderste laag - waarin alles met elkaar samenhangt. In de lengte: van boven- naar benedenstrooms; in de breedte: van beekdal naar de beek, met diepgang van grond- naar oppervlaktewater en met bufferzones waar functies en gebruik elkaar beïnvloeden. Als je weet hoe de natuurlijke processen werken, kun je daar rekening mee houden. Dus op hoge droge gronden wil je elke regendruppel zo lang mogelijk vasthouden; in een natuurgebied doe je dat door de kunstmatige afwatering te dempen en moerasontwikkeling toe te staan. In landbouwgebied doe je dat met bodemmaatregelen en wellicht met meer technische maatregelen. Maar het kan ook betekenen dat je keuzes gaat maken over het veranderen van landgebruik en functie of bepaalde effecten van klimaatverandering accepteert.
Denkrichting
Het palet aan maatregelen op de praatplaats schetst een denkrichting en pretendeert niet uitputtend te zijn. Uiteindelijk vraagt ieder stroomgebied om maatwerk.
Klimaatbestendig beekdallandschap
Een natuurlijke aanpak maakt in het landelijk gebied gebruik van de sponswerking van het beekdal. Hoe? Door het herstel van moerassen, het vasthouden van water waardoor de grondwatervoorraad wordt aangevuld, beboste bufferstroken langs de beek en het bieden van ruimte voor water- en oeverplanten en hout in de beken. Beken zijn smaller en slingeren om het verhang te verkleinen. Natuurlijke processen als overstroming, vegetatie-ontwikkeling en zandverplaatsing krijgen vrij spel. Dit vraagt om enige ruimte of een verandering in landgebruik.
Van boven- naar benedenstrooms en van het inzijggebied via het beekdal naar de beek verschuift geleidelijk de keuze aan maatregelen van vasthouden naar bergen en afvoeren.
Agrarisch gebied: klimaatbestendige landbouw
Landbouwvormen passen bij de draagkracht van het water- en bodemsysteem op de plek van het beekdallandschap waar zij zich bevinden. Naarmate het landgebruik intensiever is, kunnen natuurlijke maatregelen gedeeltelijk bijdragen om de invloed op de beek en de oeverzone te minimaliseren. Dit kan bijvoorbeeld via geleidelijke overgangszones. Bufferstroken op de oevers zijn effectieve maatregelen, die afhankelijk van het type vegetatie bovendien kunnen bijdragen aan de beschaduwing van beken. Retentiegebieden kunnen afvoeren dempen en de waterkwaliteit verbeteren.
Op de hogere gronden wordt gekeken naar de ‘landbouwversie’ van sponsen en moerassen: het verondiepen en stuwen van slootjes, bewust bodembeheer.
Stedelijk gebied: klimaatadaptieve stad
In het stedelijk gebied zal er vooral sprake zijn van hybride oplossingen: een mix van natuurlijke en technische oplossingen, omdat de ruimte beperkt is en er duidelijke eisen zijn aan de waterstanden. Ook hier kan gekeken worden naar mogelijkheden om water vast te houden en grondwatervoorraden aan te vullen door infiltratie. Bijvoorbeeld op groene daken, via waterdoorlatende verharding en door ruimte voor water te creëren, bijvoorbeeld via vergroening. Het extra vasthouden van water in steden en dorpen levert zodoende ook een waardevolle bijdrage aan de bestrijding van droogte en hitte. De baten voor natuur zijn vooral lokaal en de winst voor de beek en het beekdal zijn een gedempte afvoer en geringe invloed op de waterkwaliteit.