Efficiëntie polymeergebruik slibontwatering
Het ontwateren van slib kost steeds meer moeite. Dit uit zich vooral in een toename van het polymeergebruik voor het ontwateren van slib. Dit rapport bevat de resultaten van onderzoek naar effectieve aanmaak en rijping van polymeren. Met de resultaten van dit onderzoek kunnen zuiveringsbeheerders het gebruik van polymeren bij slibontwatering optimaliseren en chemicaliën en daarmee kosten besparen.
Publicatienummer |
2014-08 |
Thema |
Energietransitie, |
Datum |
|
De waterschappen willen in 2020 minstens 40% van het energieverbruik zelf opwekken. In de Meerjarenafspraken energie-efficiency (2008), het Klimaatakkoord (2010), de Lokale Klimaatagenda (2011), de Green Deal (2011), het Ketenakkoord Fosfaat en recentelijk het SER Energieakkoord (2013) zijn beleidsmatige afspraken gemaakt over energie- en fosfaatterugwinning. Grond- stoffenterugwinning, energie- en kostenbesparing zijn belangrijke uitdagingen voor de toe- komst.
De eindontwatering van zuiveringsslib gebeurt in Nederland vooral met centrifuges, zeef- bandpersen en kamerfilterpersen. Deze technieken kenmerken zich door het gebruik van chemicaliën (polymeer). Dat levert een grote kostenpost op. In dit kader zijn de waterschappen voortdurend op zoek naar mogelijkheden om efficiënter om te gaan met polymeren met behoud van het ontwateringsresultaat.