Terug naar de (water)basis. Een herbeschouwing van drie beproefde onderzoeksmethoden voor het integreren van ruimtelijke ordening en waterbeheer
Om het landgebruik en waterbeheer goed op elkaar af te stemmen, is inzicht nodig in de werking van het water- en bodemsysteem. Dit vereist zowel het integreren van kennis uit verschillende disciplines als samenwerking tussen ruimtelijke ordenaars, grondeigenaren en waterbeheerders. Er zijn hier in het verleden al methodes voor ontwikkeld. STOWA heeft drie beproefde methoden tegen het licht gehouden, om te onderzoeken of ze ook nu nog van nut kunnen zijn. Het gaat om de lagenbenadering, de Landschapsecologische Systeemanalyse (LESA) en de GGOR-methodiek (Gewenst Grond- en Oppervlaktewaterregime). Wat blijkt? Deze zijn goed bruikbaar om water en de ruimtelijke ordening op elkaar af te stemmen. Met name de GGOR.
Publicatienummer |
2025-01 |
Thema |
Klimaatadaptatie, Van kennis naar praktijk |
Datum |
|
Nederland heeft van nature een gevarieerd landschap. Elke plek in dat landschap heeft specifieke bodem- en (grond)watereigenschappen die bepalend zijn voor wat er van nature wil groeien (potentieel natuurlijke vegetatie), of wat er kan worden geteeld (landbouw, bosbouw). In deze landschappen is door de mens ruimte gemaakt voor wonen, werken, landbouw, bosbouw en natuur. Van oudsher speelt het watersysteem en het beheer daarvan een grote rol om de gewenste (en soms tegenstrijdige) hydrologische condities voor deze verschillende landgebruiksvormen te creëren: door de aanleg (dimensionering) van ont- en afwateringsstelsels, pompen en gemalen, door wateraanvoer en -verdeling in de zomer, en door onttrekkingen uit het grondwater. Dit waterbeheer loopt onder andere door klimaatverandering tegen de grenzen aan. Water en bodem moeten meer randvoorwaardelijk worden.
Er is vrijwel altijd vanuit het adagium ‘peil volgt functie’ gewerkt (de maakbaarheid). Dit adagium heeft geleid tot verregaande verdroging van natuurgebieden, versnelling van de bodemdaling in veengebieden, verzilting van sloten, veranderde afvoerdynamiek in beeksystemen, etc. Het lukt op veel plaatsen niet meer om de benodigde hydrologische condities te scheppen voor het behoud van de natuur of voor de gewenste teelten. Inrichting van ons leefomgeving in afstemming met het waterbeheer en de bodem, ook onder veranderende (klimaat)omstandigheden is een opgave.
De vraag is: zijn er methoden of instrumenten die helpen het concept ‘water en bodem randvoorwaardelijk’ concreet invulling te geven? In deze studie zijn drie reeds bestaande methoden tegen het licht gehouden met de vraag of deze toepasbaar zijn voor de vraagstukken van nu. Het gaat om de lagenbenadering, de Landschaps-ecologische Systeemanalyse (LESA) en de Gewenste Grond- en Oppervlaktewaterregime (GGOR) methodiek. Conclusie is dat deze heel goed bruikbaar zijn. Maar dat deze opnieuw tegen het licht gehouden moeten worden, vertaald moeten worden naar de situatie nu. Met dat laatste gaat STOWA aan de slag om te bezien hoe we deze bestaande methodieken toepasbaar krijgen in het heden.
Dit onderzoek maakt deel uit van het STOWA kennisprogramma DROOGTE!
GGOR & Waternood
STOWA heeft in het verleden Waternood laten ontwikkelen, een methode om via een aantal stappen te komen tot een zogenoemd Gewenst Grond- en Oppervlaktewaterregime (GGOR) in een gebied, een regime dat zo veel mogelijk rekening houdt met de eisen en wensen van de uiteenlopende vormen van grondgebruik. Meer weten? Zoek op Waternood op deze site.