Vergelijking van enkele schattingsmethoden voor de actuele verdamping
Om een goede inschatting van de verdamping te maken, zijn diverse methoden beschikbaar. Het is belangrijk om te weten hoe de resultaten van deze methoden zich tot elkaar verhouden. STOWA en het SAT-WATER-consortium hebben daarom opdracht gegeven verschillende methoden met elkaar te vergelijken. Dit rapport bevat de resultaten van deze vergelijking.
Publicatienummer |
2014-18 |
Thema |
Klimaatadaptatie, Zoetwatertekort & droogte |
Datum |
|
De waterschappen hebben de opdracht om samen met gemeenten en Rijkswaterstaat, zowel wateroverlast als watertekorten te voorkomen. De waterbalans speelt daarbij een belangrijke rol: hoeveel water komt het gebied binnen, hoeveel water gaat er uit en wat is nodig om overlast of tekorten te voorkomen? Neerslag en verdamping zijn de belangrijkste componenten van de waterbalans.
Het waterbeheer vraagt voor het operationeel beheer en de planvorming in toenemende mate om adequate en actuele gegevens van deze balanstermen. STOWA voert in vervolg op de studie ‘Verbetering bepaling actuele verdamping voor het strategisch waterbeheer (STOWA 2009)’ een aantal onderzoeken uit om de noodzakelijke kennis te leveren. Het gaat enerzijds om het beschikbaar maken van de meteorologische gegevens via een kennisbank, de zogenaamde Meteobase, en anderzijds om de ruimtelijke vertaling van deze informatie.
Ongeveer tweederde van de jaarlijkse neerslag verdampt. Deze verdamping kent een sterk seizoensverloop en is daarnaast afhankelijk van de vegetatie en de hydrologische conditie van het gebied. De invloed van het verdampingsproces op de waterbalans is daarom zeer groot, maar ook lastig te bepalen. Om een goede inschatting van de verdamping te maken zijn diverse methoden beschikbaar. Het is belangrijk om te weten hoe de resultaten van deze methoden zich tot elkaar verhouden.
STOWA en het SAT-WATER-consortium hebben opdracht gegeven verschillende methoden met elkaar te vergelijken. Het gaat om data verkregen uit metingen via eddy-correlatie stations, indirecte meetdata verkregen via satellietbeelden en data die zijn afgeleid uit modelberekeningen. De waarden van de satellietbeelden komen over het algemeen redelijk goed overeen met die van de eddy-correlatie metingen. De verschillen tussen de op metingen gebaseerde methoden en de modellen zijn groter: de modellen lijken in droge perioden de verdamping te onderschatten. Bij het onderzoek is gefocust op het in kaart brengen van de verschillen tussen de methoden. Een vervolgonderzoek zal de oorzaak van de verschillen moeten achterhalen om tot een eenduidige methodiek te komen.