Verspreiding van de Tularemie bacterie Francisella tularensis in Nederlands oppervlaktewater
In dit rapport worden de resultaten beschreven van onderzoek naar de bacterie Francisella tularensis in Nederlands oppervlaktewater. Het doel van het onderzoek was om gegevens te verzamelen die helpen bij het beoordelen van infectierisico’s van oppervlaktewater. Hiervoor zijn gegevens belangrijk over het voorkomen van deze bacterie in Nederlands oppervlaktewater om mogelijke bronnen en transmissieroutes te achterhalen die kunnen leiden tot blootstelling van de mens in de nabije toekomst.
Publicatienummer |
2018-55 |
Thema |
Waterkwaliteit, Nieuwe stoffen |
Datum |
|
Waterbeheerders hebben de laatste jaren meer en meer oog voor de gezondheidsaspecten bij het gebruik van oppervlaktewater. Recreëren op, of in het oppervlaktewater brengt soms gezondheidsrisico’s met zich mee als gevolg van blootstelling aan ziekteverwekkers. Ook het gebruik van oppervlaktewater voor het besproeien van gewassen kan mogelijk leiden tot verspreiding van ziekteverwekkers.
Eén van de ziekten die de laatste jaren vaker wordt waargenomen is tularemie, veroorzaakt door een bacterie (Francisella Tularensis). De ziekte komt vooral voor bij knaagdieren en hazen, vandaar ook de naam ‘Hazenpest’. Ook mensen kunnen besmet raken, hetgeen in incidentele gevallen kan leiden tot ernstige ziekteverschijnselen.
De klimaatverandering leidt tot situaties waar gewassen in droge perioden naar verwachting vaker besproeid worden met oppervlaktewater. Op verzoek van STOWA heeft het RIVM daarom onderzoek gedaan naar het voorkomen van de bacterie in oppervlaktewater in Nederland.
In het onderzoek wordt de bacterie op 13 van de 76 onderzochte oppervlaktewaterlocaties aangetoond. Om definitief conclusies te kunnen trekken over infectierisico’s is dit onderzoek te beperkt van opzet geweest. Vooralsnog acht de STOWA het risico echter niet hoog genoeg om uitgebreider vervolgonderzoek te rechtvaardigen.
De waterschappen wordt geadviseerd alert te zijn op de ziekte en op de verspreidingsroute via het beregenen van gewassen. Het kan zijn dat GGD’s in concrete gevallen contact opnemen met waterbeheerders.