Dit rapport biedt heldere richtlijnen voor het opstellen van monitoringeisen in vergunningen voor TEO-systemen (Thermische Energie uit Oppervlaktewater), conform de Handreiking voor beoordeling van ecologische effecten van TEO-systemen 2.0 uit 2023. Voor standaardvergunningen zijn de eisen vereenvoudigd ten opzichte van eerdere monitoringplannen: minder parameters (vooral binnen fysische chemie), lagere meetfrequenties en een strakker onderscheid tussen monitoringniveaus die aansluiten bij verschillende vergunningtypes. Bij maatwerkvergunningen zijn de eisen afgestemd op de specifieke beoordeling. 

Het advies biedt meerdere opties om koudepluimen en effecten op de biologische waterkwaliteit te monitoren. De resultaten worden getoetst aan de Kaderrichtlijn Water (KRW) of andere relevante lokale waterkwaliteitsdoelen. Gezien de onzekerheden in biologische metingen is uitgebreide monitoring cruciaal om betrouwbare conclusies te trekken, ondanks de hogere kosten.

Het rapport bevat tevens adviezen voor mitigerende en compenserende maatregelen om mogelijke negatieve effecten van TEO-installaties te minimaliseren. 

Het rapport heeft de vorm van drie factsheets: één voor monitoring bij een standaardbeoordeling, één voor monitoring bij een maatwerkbeoordeling en één met een overzicht van mitigerende en compenserende maatregelen. Vervolgens zijn de opties en afwegingen toegelicht in de rapportage.

De geadviseerde aanpak in het rapport levert naar verwachting waardevolle inzichten op over de ecologische impact van TEO-systemen. STOWA moedigt waterbeheerders aan om de via monitoring verzamelde gegevens met ons te delen, voor bredere toepassing en kennisdeling.